Verzoeker ging met de gemeente Haarlemmermeer een overeenkomst tot koop van de hem in erfpacht gegeven grond aan. De in de overeenkomst opgenomen prijs betrof de prijs bij een overdracht op 1 april 2007, en de voorwaarde dat bij een overdracht op een latere datum de over het tijdvak na 1 april 2007 verschuldigde erfpachtcanon zou worden verrekend. De notariële voordracht vond plaats op 18 mei 2007.
Verzoeker klaagt erover dat de gemeente de over de periode van 1 april tot 18 mei verschuldigde canon bij de prijs heeft opgeteld in plaats van afgetrokken, hetgeen volgens hem niet juist kan zijn omdat hij de canon jaarlijks in juni voor een jaar vooruit heeft betaald, voor het laatst tot en met 30 juni 2007.
Uit het onderzoek bleek, dat verzoeker inderdaad tot en met 30 juni 2007 de canon had betaald, maar ook dat er is verrekend bij de vaststelling van de bij een overdracht op 1 april 2007 overeengekomen prijs. Aangezien de overdracht na 1 april, op 18 mei 2007 is gerealiseerd, was verzoeker per saldo nog canon over de periode na 1 april verschuldigd.
Er is niet gebleken van strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging van het college van burgemeester en wethouders dan ook behoorlijk.