De drie dochters van verzoeker staan onder toezicht bij Bureau Jeugdzorg en later het Leger des Heils en wonen niet bij hem, maar bij zijn ex-partner. Hij had al lang geen contact met zijn dochters en maakte zich zorgen over de plek waar zij verbleven.
Verzoeker klaagde erover dat de instellingen in een periode in 2007 zich onvoldoende hadden ingespannen om het contact met zijn dochters te herstellen, onvoldoende actie hadden onder nomen op basis van zijn signalen en hem te weinig informatie hadden verstrekt.
Door op allerlei manieren te (laten) werken aan contactherstel, bijvoorbeeld door het werken aan een levensboek en speltherapie, hebben de instellingen wel genoeg moeite gedaan voor contactherstel, met als belangrijkste reden dat dit niet gelukt is dat de meisjes steeds aangaven geen contact met hun vader te willen. Ook aan de signalen van verzoeker is wel aandacht besteed, dit leidde echter niet tot de acties die verzoeker zou hebben gewild, met name dat zijn dochters niet meer bij zijn ex-partner zouden wonen. Gebleken is dat de contactjournaals, waarin alle contacten over de meisjes dienden te worden genoteerd, niet steeds goed werden bijgehouden. Dit gaf aanleiding voor het doen van een aanbeveling.
De instellingen konden in redelijkheid tot het standpunt komen dat er geen mogelijkheid tot contact was, en dat er voldoende actie was ondernomen op basis van verzoekers signalen. Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking was geschonden.
De Nationale ombudsman deed de instellingen de aanbeveling om er zorg voor te dragen dat wordt gewaarborgd dat de verslaglegging van mondelinge contacten over een kind of kinderen adequaat is.
