Verzoekster kwam vanuit Nigeria aan op Schiphol. De Koninklijke Marechaussee controleerde haar paspoort, en twijfelde aan de echtheid daarvan. Haar paspoort werd in beslaggenomen en verzoekster werd teruggestuurd naar Nigeria.
Twee dagen later diende haar gemachtigde een klacht in. Hij vond dat verzoeksters paspoort ten onrechte in beslag was genomen (omdat het volgens hem niet was vervalst) en dat zij ten onrechte was teruggestuurd naar Nigeria.
De Nationale ombudsman toetst aan het beginsel van fair play. De Koninklijke Marechaussee (KMar) had verzoekster de juiste procedures moeten uitleggen. Vervolgens had de KMar de klacht moeten opvatten als beroep tegen de weigering tot toelating en als beklag tegen de inbeslagname en de brief moeten doorsturen. Verder heeft de Commandant in de klachtbehandeling aangegeven dat verzoekster terecht de toegang tot Nederland was geweigerd. Hiermee heeft hij een oordeel gegeven over de toegangsweigering en de geldigheid van het paspoort. Dit is onjuist.
Omdat de procedures voor verzoekster niet duidelijk zijn gemaakt is begrijpelijk dat zij het gevoel heeft gehad dat zij zich niet kon verdedigen.
De Nationale ombudsman doet aanbevelingen over de informatieverstrekking en het uitreiken en toelichten van de formulieren en over het herkennen van een klachtbrief als een verzoekschrift.