Verzoeker heeft zich opgegeven als deelnemer aan het project FileMijden A6 van Rijkswaterstaat. Een deelnemer van dit project ontvangt een financiële beloning wanneer hij gedurende de werkzaamheden aan de A6 Hollandse Brug op werkdagen minder dan normaal in de ochtendspits over de A6 Hollandse Brug rijdt in zuidelijke richting. Het nulniveau van een deelnemer, dat wil zeggen het normale reisgedrag, wordt berekend door het projectbureau FileMijden A6 door een gemiddelde te nemen over meerdere weken uit kentekenonderzoeken die Rijkswaterstaat in 2006 en 2007 heeft laten uitvoeren op de A6 Hollandse Brug.
Verzoeker klaagt erover dat Rijkswaterstaat hem nulniveau twee heeft toegekend.
Verzoeker veranderde in 2007 van werkplek, waardoor hij via de Hollandse Brug in zuidelijke richting moest gaan rijden. Zijn auto was dus tijdens de kentekenonderzoeken in 2006 niet gesignaleerd op de Hollandse Brug. Rijkswaterstaat heeft die periode wel in de berekening van het gemiddelde aantal passages van de Hollandse Brug betrokken. Verzoekers nulniveau is hierdoor lager uitgekomen dan wanneer hij vanaf het begin van de kentekenonderzoeken dagelijks over de Hollandse Brug was gereden. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman is dit nadeel echter niet zo groot dat Rijkswaterstaat ertoe zou moeten overgaan de berekeningsmethode zodanig aan te passen dat met deze uitzondering rekening gehouden zou moeten worden. De kosten die dat met zich mee zou brengen, staan niet in verhouding tot de extra beloning die verzoeker zou krijgen.
De Nationale ombudsman acht de vaststelling van het nulniveau van verzoeker op twee niet in strijd met het redelijkheidsvereiste.