Het LBIO nam de inning van de kinderalimentatie van verzoekers ex-echtgenote over. Volgens verzoeker betaalde hij te veel aan partneralimentatie en omdat hij dat bedrag niet met zijn ex-echtgenote kon verrekenen, hield hij dit bedrag in op de kinderalimentatie.
Verzoeker klaagde er onder meer over dat het LBIO niet inging op zijn aangedragen argumenten. Hij had diverse keren aangegeven dat hij van mening was dat hij meer alimentatie betaalde dan hij verschuldigd was. Het LBIO liet hem in reactie daarop schriftelijk weten dat de inning werd overgenomen omdat verrekening met kinderalimentatie niet is toegestaan. Verzoeker bleef zijn standpunt herhalen, zowel in woord als in geschrift. In een telefoongesprek met een medewerkster van het LBIO had deze volgens verzoeker toegezegd dat zij nog eens bij zijn ex-echtgenote navraag zou doen naar de gehele betalingssituatie. De medewerkster vatte dit echter anders op, zij had slechts naar rechtstreekse betalingen geïnformeerd, omdat zij dacht dat de rest inmiddels al was afgekaart in de eerdere gesprekken hierover met verzoeker. De Nationale ombudsman overwoog dat als een burger steeds weer op hetzelfde punt terugkomt, dit voor het bestuursorgaan een signaal is om (nogmaals) uitleg te geven over dat punt. Op welke wijze het dat doet, staat het vrij. Het was de Nationale ombudsman niet gebleken dat het LBIO na de eerste brief nog opnieuw schriftelijk was ingegaan op de aangedragen argumenten, wel was dit in telefoongesprekken gebeurd. Blijkbaar was de uitleg dat verrekening niet mogelijk is, voor verzoeker niet voldoende geweest om de overname van de inning te kunnen accepteren. Wellicht was het meer op zijn plaats geweest om verzoeker in zijn gevoel te erkennen dat hij tegen wil en dank als wanbetaler werd neergezet. De Nationale ombudsman oordeelde dat het LBIO, ondanks de mondelinge uitleg, onvoldoende erin was geslaagd verzoeker voldoende te informeren. Hiermee had het gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.
De Nationale ombudsman deed de directeur van het LBIO de aanbeveling om nogmaals (in persoon) met verzoeker in gesprek te gaan en daarin alle aspecten van de overname van de inning te bespreken, in de hoop dat over en weer meer begrip voor elkaars situatie kon ontstaan. De Nationale ombudsman voegde hieraan toe dat het niet in ieder dossier waarin een betalingsplichtige zich niet kan verenigen met de overname van de inning noodzakelijk zal zijn om in een (persoonlijk) gesprek in te gaan op de gevolgde en de te volgen procedure. De hiervoor geschikte zaken zullen zich vaak kenmerken door herhaald schrijven en blijven ingaan op al eerder uitgelegde, maar blijkbaar niet begrepen of geaccepteerde, punten. In het kader van efficiency zal het het overwegen waard zijn om in die gevallen de dialoog aan te gaan.
Andere klachten: overname van de inning, leggen van beslag op het inkomen