Verzoekers (inmiddels ex-) werkgever had van een medewerker van het KCC (Klant Contact Centrum) UWV telefonisch informatie gekregen over het WAO-verleden van verzoeker. Verzoeker had echter geen toestemming verleend om medische informatie aan zijn werkgever te verstrekken. De werkgever gebruikte de ten onrechte verkregen informatie vervolgens mede om een ontslagprocedure te starten en verzoeker werd uiteindelijk ontslagen. Verzoeker beklaagde zich hierover bij het UWV. Het UWV bood schriftelijk excuses aan en ontsloeg de betrokken UWV-medewerker van het KCC maar kwam verzoeker verder niet (financieel) tegemoet. Verzoeker had echter hoge advocaatkosten moeten maken in de ontslagprocedure.
Verzoeker klaagde erover dat het UWV, doordat een KCC-medewerker ten onrechte medische informatie verstrekte aan zijn werkgever met uiteindelijk ontslag tot gevolg, zijn vertrouwen had geschonden. Voorts klaagde verzoeker erover dat het UWV zijn gemaakte advocaatkosten in verband met de ontslagprocedure niet had vergoed.
De Nationale ombudsman was van mening dat schriftelijk onderzoek naar de klacht niet zou leiden tot een herstel van het geschonden vertrouwen en stelde daarom een bemiddelingsgesprek voor. In dit gesprek werden een drietal verwachtingen uitgesproken door verzoeker. De reacties van het UWV hierop leidde echter niet tot een herstel van vertrouwen en een verbetering van verzoeker situatie. Ook stelde het UWV zich op het standpunt dat verzoeker zich zou moeten richten op de toekomst en het verleden moest laten rusten. Aangezien de enige tastbare verandering voor verzoeker een financiële tegemoetkoming zou zijn, stelde de Nationale ombudsman het UWV voor om verzoeker, uit het oogpunt van maatschappelijke verantwoording, een eenmalige vergoeding van € 5000 uit te keren. Het UWV weigerde omdat het UWV in juridisch opzicht niet verantwoordelijk was voor de gemaakte advocaatkosten.
De Nationale ombudsman oordeelde dat het UWV, door een financiële tegemoetkoming te weigeren, onvoldoende oog had gehad voor het belang van verzoeker en was van mening dat het UWV, in deze belangenafweging, handelde in strijd met het redelijkheidsvereiste.
