2008/120

Rapport

Bij een ongeluk raakte verzoekers auto beschadigd. De politie vorderde vervolgens het kenteken in en stuurde dat op naar de RDW (die in zo'n geval de auto eerst moet keuren voordat het kenteken kan worden teruggegeven). De politie kan er ook voor kiezen om het kentekenbewijs zelf vier weken onder zich te houden en het voertuig te controleren.

Verzoeker klaagt erover dat de politie niet is teruggekomen op de beslissing tot invordering en opsturen van zijn kentekenbewijs naar de RDW, toen hij een dag later meldde dat volgens een autoschade-expert de schade meeviel en de invordering dus alsnog niet terecht leek.

De Nationale ombudsman overwoog dat de Wegenverkeerswet en het Kentekenreglement uitgaan van de gedachte dat er opgetreden moet kunnen worden tegen rijden met gevaarlijke auto's waarbij "gewone" politieambtenaren zijn aangewezen om hier een eerste oordeel over te geven. Dat brengt per definitie mee dat zij een zekere marge hebben bij die beoordeling, die dus onvermijdelijk enige subjectieve elementen zal hebben. Bij schade waarvan de politie zélf kan constateren dat deugdelijk is gerepareerd kan de politie de 4-wekenregeling toepassen. Als dat niet het geval is, moet de RDW de keuring verrichten. In dit geval vond de Nationale ombudsman het niet in strijd met het redelijkheidsvereiste dat de politie niet terug is genomen op haar beslissing dat het aan de RDW was om te beslissen over teruggave van het kentekenbewijs.

Overige klachtonderdelen:

- informatieverschaffing

- schadeclaim.

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Volhard in invordering kentekenbewijs; onjuiste informatie verschaft door te melden dat verzoeker dan wel het schadebedrijf zich zelf tot de RDW moest wenden om zaak ongedaan te maken; schadevergoeding afgewezen.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Ten onrechte deel I B en II ingenomen en opgestuurd naar RDW.

Oordeel:

Gegrond