2008/093

Rapport

In 2006 startte de Inspectie voor het Onderwijs, mede naar aanleiding van klachten van Nepalese studenten, een onderzoek naar de werving van selectie van Nepalese studenten door de Dutch Delta University (DDU) te Deventer. In februari 2007 bracht de inspectie het eindrapport uit. Ten aanzien van de wijze van werving van studenten bevatte het een aantal kritiekpunten.

De DDU klaagde erover dat de klagende studenten, die één van de aanleidingen tot het instellen van een onderzoek vormden, voor de instelling anoniem moesten blijven.

Wanneer sprake is van een klachtenprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht zal niet snel worden aangenomen dat klagers in redelijkheid anoniem kunnen blijven. Uit een oogpunt van fair play mag van een klager, die in de regel een grief uit die een verwijt jegens een ander inhoudt, over het algemeen worden verlangd dat deze zich niet hult in anonimiteit. Er moet sprake zijn van een zwaarwegend belang wil dit uitgangspunt opzij gezet kunnen worden.

In dit geval was geen sprake van een klachtenprocedure maar van een onderzoek dat plaatsvond op grond van de toezichthoudende taken van de inspectie. Ook in deze situatie achtte de Nationale ombudsman het echter onwenselijk dat klagers anoniem blijven, zeker wanneer de inspectie ervoor kiest deze klagers een niet onbelangrijke rol te laten spelen bij het onderzoek. Het uitgangspunt zal naar de mening van de Nationale ombudsman dan ook moeten zijn dat de inspectie de identiteit van een klager of tipgever bekendmaakt. Als deze heeft aangegeven belang te hebben bij anonimiteit zal de inspectie dit belang vervolgens dienen af te wegen tegen het belang van de onderwijsinstelling bij bekendmaking van de identiteit van de klager.

Wat het onderzoek door de inspectie naar de DDU betreft kwam de Nationale ombudsman tot de conclusie dat de belangen van de onderwijsinstelling hadden moeten prevaleren boven die van de klagende studenten.

Fair play. Niet behoorlijk.

De minister van OCW wordt in overweging gegeven te bevorderen dat de inspectie haar beleid met betrekking tot de anonimiteit van klagers bij onderzoek in het kader van haar toezichthoudende taken, in overeenstemming brengt met hetgeen de Nationale ombudsman in zijn rapport heeft aangegeven.

Instantie: Inspectie van het Onderwijs te Utrecht

Klacht:

Onderzoek naar werving en selectie van Nepalese studenten op onvoldoende zorgvuldige wijze uitgevoerd; onderzoek beperkt tot zeven klagende studenten die anoniem dienden te blijven .

Oordeel:

Gegrond