2008/054

Rapport

Verzoeker was betrokken bij een aanrijding met een andere personenauto. Omdat er discussie ontstond over wie er schuldig was aan de aanrijding, werd de politie erbij geroepen. Een van de ter plaatse verschenen politieambtenaren maakte een registratieset op. Verzoeker was het met de inhoud ervan niet eens en verzocht haar de registratieset aan te passen. Na overleg met collega's, experts op dit gebied, voerde zij een paar wijzigingen door. Verzoeker vond dat deze wijzigingen de schuld nog meer bij hem legden en deed een nieuw verzoek om wijziging. Hierbij voegde hij verklaringen van zijn wederpartij, die verzoekers lezing deels ondersteunden.

Verzoeker klaagde erover dat de politie geen rekening hield met zijn argumenten en weigerde nogmaals wijzigingen door te voeren. De Nationale ombudsman overwoog dat als de lezingen van partijen over hoe een aanrijding is verlopen uit elkaar lopen, het aan te raden is om beide lezingen beknopt in de registratieset op te nemen. Immers, voor de civielrechtelijke afwikkeling van een ongeval is het van groot belang dat alle partijen erop moeten kunnen vertrouwen dat deze feiten, die door de politie in de registratieset worden opgetekend, recht doen aan de werkelijke toedracht van het ongeval. Is er voor deze opzet niet gekozen en blijkt achteraf dat nieuwe feiten een ander licht werpen op de zaak, dan ziet de Nationale ombudsman niet in waarom er niet alsnog een wijziging in de registratieset kan worden aangebracht. Zeker wanneer is gekozen voor een aparte weergave van de lezingen van betrokkenen, is het relatief eenvoudig een correctie door te voeren. Wanneer de omschrijving is weergegeven als een kort verhaal waarin beide lezingen zijn verwerkt, wordt dit lastiger. Het is wel zaak dat alle betrokkenen van de wijziging op de hoogte worden gesteld. De Nationale ombudsman maakte wel de kanttekening dat het niet de bedoeling kan zijn dat eindeloos over de inhoud van een registratieset wordt gecorrespondeerd.

Nu er niet was overgegaan tot aanpassing van de registratieset, was de Nationale ombudsman van oordeel dat er was gehandeld in strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid. De onderzochte gedraging was niet behoorlijk.

Andere klachten betroffen het niet ingaan op door verzoeker aangedragen argumenten door zowel een politieambtenaar als, bij de klachtbehandeling, door de korpsbeheerder.

Instantie: Regiopolitie Groningen

Klacht:

Na aanrijding bij het aanpassen registratieset geen rekening gehouden met de door verzoeker aangevoerde argumenten en de registratieset ten nadele van verzoeker gewijzigd; niet inhoudelijk ingegaan op door verzoeker aangevoerde argumenten.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Beheerder regiopolitie Groningen

Klacht:

In oordeel over klacht niet inhoudelijk ingegaan op door verzoeker genoemde argumenten.

Oordeel:

Gegrond