Verzoeker fietste 's ochtends vroeg over een onderhoudsweg van Rijkswaterstaat. Verzoeker moest onverwacht uitwijken en remmen, omdat er een afzethek dwars op de weg stond. Hij kwam hierbij ten val. Door de val is schade ontstaan aan verzoekers fiets.
Verzoeker klaagt erover dat Rijkswaterstaat de aansprakelijkheid heeft afgewezen voor de schade die aan zijn fiets zou zijn ontstaan als gevolg van de val.
Uit het onderzoek is aannemelijk geworden dat het afzethek niet onder de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat viel. Ook is aannemelijk geworden dat Rijkswaterstaat door de weg regelmatig te schouwen aan zijn zorgplicht heeft voldaan.
De gronden en overwegingen waarop de betwisting van de aansprakelijkheid berust zijn verdedigbaar. Het is niet op voorhand duidelijk dat het standpunt van Rijkswaterstaat niet houdbaar is in een civiele procedure. De beslissing is dan ook niet genomen in strijd met het redelijkheidsvereiste. De onderzochte gedraging is behoorlijk.