Verzoeker was wegens ziekte gedurende langere tijd niet in zijn woning aanwezig. Tijdens zijn afwezigheid heeft de deurwaarder van de Belastingdienst ter zake van een belastingschuld van € 1895 eerst beslag gelegd op de gehele inboedel en deze vervolgens openbaar verkocht. Bij thuiskomst trof verzoeker een geheel lege woning aan. Het aangiftebiljet van verzoeker vermeldde banksaldi die meer dan voldoende waren om de belastingschuld uit te voldoen. Voorts had hij al geruime tijd eerder verzocht om een belastingteruggaaf. Bij het binnentreden was de deurwaarder steeds vergezeld door een hulpofficier van justitie.
Verzoeker klaagde over de wijze waarop de Belastingdienst zijn klacht over het optreden van de deurwaarder heeft afgehandeld. Verzoeker klaagde tevens over de wijze waarop de vergezellende hulpofficieren invulling hebben gegeven aan hun taak. Zij hadden het buitenproportionele optreden van de deurwaarder moeten voorkomen, aldus verzoeker.
De Nationale ombudsman overwoog dat er in het geval van verzoeker, onder meer gelet op de hoogte van de belastingschuld en de aanwezige banksaldi geen sprake was van zeer dringende reden die het optreden van de Belastingdienst rechtvaardigde. De Nationale ombudsman betrok ook de ernstige gevolgen voor verzoeker in zijn overwegingen. In zijn reactie op verzoekers klacht had de Belastingdienst onvoldoende doen blijken van begrip voor de gevolgen voor verzoeker.
Ten aanzien van het optreden van de hulpofficier van justitie overwoog de Nationale ombudsman dat niet meer mocht worden verwacht dan dat hij de deurwaarder attendeerde op in het oog lopende alternatieve verhaalsmogelijkheden. De in het aangiftebiljet vermelde banksaldi vielen daaronder niet.
De Nationale ombudsman oordeelde dat de Belastingdienst het vereiste van een correcte bejegening had geschonden. De klacht over de hulpofficieren van justitie achtte de Nationale ombudsman niet gegrond. De Nationale ombudsman deed de aanbeveling dat de Belastingdienst verzoeker alsnog persoonlijk excuses aanbood en alsnog met hem om de tafel ging zitten om de hoogte van de schade vast te stellen.