2007/110

Rapport

Verzoekster, werkzaam bij een dienstonderdeel van het Ministerie van SZW (de Arbeidsinspectie) viel in augustus 2005 uit wegens ziekte. Eind augustus 2005 liet het afdelingshoofd haar schriftelijk weten dat haar mailbox was ingezien door haar teamleider en dat hierbij berichten waren aangetroffen waarin verzoekster zich laatdunkend had uitgelaten over haar werk en over haar teamleider.

Verzoekster klaagde er bij de Nationale ombudsman over dat haar mailbox was ingezien en dat daarbij ook kennis was genomen van e-mailberichten met een persoonlijke inhoud.

Tijdens het onderzoek door de Nationale ombudsman bleek dat de e-mailberichten van verzoekster waren ingezien op grond van een op het SZW-web aangegeven richtlijn omtrent het inzien van de mailbox van zieke werknemers. Regels over de privacy van medewerkers bevatte deze richtlijn niet.

De Nationale ombudsman stelde zich op het standpunt dat de werkgever, in het geval van ziekte van de werknemer, ervoor moet kunnen zorgen dat de voortgang van het werk niet in gevaar komt. Hij achtte het niet onbegrijpelijk dat in dat kader ook inzage werd genomen in de mailbox van de werknemer. Verder was hij van mening dat werknemers rekening zullen moeten houden met de mogelijkheid dat op het werk verzonden e-mailberichten op enig moment worden ingezien door de werkgever. Wel viel overigens op dat ook e-mailberichten waren geopend met onderwerpaanduidingen als "even ontspannen" en "fitness". Naar de mening van de Nationale ombudsman kon echter niet volledig uitgesloten worden dat deze berichten toch zakelijk informatie bevatten. Als gevolg hiervan kon dan ook niet geheel worden voorkomen dat berichten werden geopend die, bij nadere beschouwing, niet of niet geheel zakelijk van karakter bleken te zijn.

Echter, ook stelde de Nationale ombudsman vast dat twee van de drie e-mailberichten vrijwel geheel gelezen moeten zijn voordat duidelijk kon worden dat zij kritiek bevatten op het werk bij de Arbeidsinspectie en op de teamleider; in deze e-mailberichten bevonden de gewraakte passages zich geen van alle aan het begin van het e-mailbericht. De Nationale ombudsman stelde dan ook vast dat de teamleider de bewuste e-mailberichten niet alleen heeft ingezien maar ook kennis heeft genomen van de gehele inhoud, die grotendeels persoonlijk van karakter was.

Door zo te handelen heeft de teamleider verzoeksters recht op eerbiediging van haar persoonlijke levenssfeer geschonden.

De minister van SZW wordt in overweging gegeven de SZW-gedragscode voor het gebruik van e-mail en internet zodanig aan te passen dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van medewerkers, waar het de inhoud van niet zakelijk e-mailberichten betreft, afdoende wordt beschermd.

Ander klachtonderdeel:

De wijze van klachtbehandeling.

Instantie: Arbeidsinspectie Den Haag

Klacht:

Door leidinggevenden van verzoeksterhaar mailbox ingezien dan wel hebben doen inzien en daarbij kennis genomen van e-mailberichten met persoonlijke inhoud .

Oordeel:

Gegrond

Instantie: inspecteur-generaal van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Klacht:

Klacht van verzoekster ongegrond verklaard; niet ingegaan op essentie van klacht.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: inspecteur-generaal van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Klacht:

Niet gereageerd op stelling van verzoekster dat inzage in e-mailverkeer van medewerkers niet nodig is om voortgang en continuïteit van het werk te garanderen.

Oordeel:

Niet gegrond