2007/109

Rapport

Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf in een persbericht over een door het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten uitgebracht rapport meldt de bevindingen te onderschrijven, maar tegelijkertijd een kwalificatie opneemt die negatief afwijkt van de in het rapport gegeven kwalificatie.

De Nationale ombudsman stelde vast dat het college van burgemeester en wethouders de handelwijze van verzoeker als 'meer dan onzorgvuldig' aanmerkt, omdat deze (de schijn van) belangenverstrengeling had moeten vermijden, welke was ontstaan na het ophalen van verhuisdozen. Hiermee week het college af van de kwalificatie, zoals opgenomen in het rapport.

De Nationale ombudsman concludeerde dat het college niet uitsluitend de indruk die bij het verhuisbedrijf was ontstaan had meegewogen, maar tevens de - wellicht tengevolge van deze indruk - aan de gemeente verstuurde rekening. Door dit echter niet in de beslissing nader te onderbouwen met een voor verzoeker te achterhalen motivering en dus hieromtrent in het persbericht evenmin nadere informatie te verstrekken is gehandeld in strijd met het motiveringsvereiste. Bovendien was in strijd met dit vereiste gehandeld door in het persbericht te vermelden dat de conclusie van het Bureau werd onderschreven.

Overigens merkte de Nationale ombudsman op dat het een bestuursorgaan vrij staat om naar aanleiding van een rapport tot een eigen waardering van een gedraging te komen, maar dat hieraan wel de voorwaarde is verbonden dat aangegeven wordt waarom tot een andere kwalificatie is gekomen.

Instantie: Gemeente Weststellingwerf

Klacht:

In persbericht gesteld de bevindingen van rapport Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten te onderschrijven maar tegelijkertijd in persbericht kwalificatie opgenomen van onderzochte en beoordeelde gedraging die negatief afwijkt van kwalificatie uit rapport.

Oordeel:

Gegrond