Verzoeker had met een politieagent afgesproken dat ze elkaar op een bepaalde datum persoonlijk zouden spreken. De agent was op die dag verhinderd en kwam zonder tegenbericht de afspraak niet na. De volgende dag belde de agent onaangekondigd bij verzoeker aan. Verzoeker was toen thuis en zei tegen de agent dat zij een dag eerder hadden afgesproken. Verzoeker wilde dat de agent hem opnieuw moest bellen voor een nieuwe afspraak. De agent maakte vervolgens geen nieuwe afspraak. De betrokken agent wilde geen contact meer met verzoeker. Evenmin nam een collega contact op met verzoeker.
Verzoeker klaagde erover dat een politieagent geen nieuwe afspraak had gemaakt.
De Nationale ombudsman stelde vast dat het contact tussen verzoeker en de agent niet soepel was verlopen. Verzoeker was ontstemd over het feit dat de betrokken agent zich zonder tegenbericht niet had gehouden aan de afspraak. De betrokken agent vond echter dat verzoeker hem niet netjes had behandeld toen hij een dag later dan was afgesproken, bij verzoeker langskwam. Verder stelde de Nationale ombudsman vast dat geen andere ambtenaar contact had gezocht met verzoeker. De Nationale ombudsman vond dat de politie niet correct met verzoeker was omgegaan
De Nationale ombudsman toetste hierbij aan het vereiste van correcte bejegening en achtte de klacht gegrond.
Overige klachtonderdelen:
* de mededeling dat een agent niet op het politiebureau aanwezig was;
* het niet nakomen van een toezegging te praten over parkeerproblemen;
* een gesprek tussen een agent en een buurtbewoner in een voetbalkantine;
* het verwijt aan het adres van de interne klachtbehandelaar dat hij verzoeker geen kans had gegeven om zijn kant van het verhaal te vertellen.