2007/074

Rapport

Verzoeker ontving een ZW-uitkering van het UWV.

Hij klaagde erover dat het UWV zijn ZW-uitkering sinds november 2005 niet volledig uitbetaalde ondanks toezeggingen hierover en sinds februari 2006 zonder aanleiding zijn ZW-uitkering aan een derde uitbetaalde. Ook klaagde verzoeker erover dat het UWV geen uitvoering gaf aan de rechterlijke uitspraak om de intrekking van zijn WAO-uitkering ongedaan te maken.

De Nationale ombudsman overwoog ten aanzien van de betalingen van de ZW-uitkeringen dat het UWV geen inzicht kon verschaffen in de gedane betalingen zodat onduidelijk bleef hoe de betalingen sinds november 2005 waren vastgesteld, of de betalingen waren gedaan en aan wie. Hiermee voldeed het UWV niet aan het vereiste van administratieve nauwkeurigheid en achtte de Nationale ombudsman de onderzochte gedraging op dit punt niet behoorlijk.

Ten aanzien van de betalingen van de ZW-uitkering aan een derde, gaf het UWV aan dat er sprake zou zijn van een beslaglegging door deze derde. Dit bleek echter onjuist en het werd niet duidelijk waar de vermeende beslaglegging volgens het UWV op was gebaseerd. Tevens reageerde het UWV niet op de signalen van verzoeker dat er geen sprake was van beslaglegging door deze derde. Ten slotte was de ZW-uitkering om onduidelijke redenen gedurende een aantal maanden ten onrechte doorbetaald aan deze derde waardoor er een terugvordering op verzoeker kwam te liggen die de ZW-uitkering niet zelf had ontvangen. De Nationale ombudsman oordeelde dat deze gedragingen in strijd waren met het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen en achtte de onderzochte gedraging op dit punt niet behoorlijk.

Het ongedaan maken van de intrekking van verzoekers WAO-uitkering per 6 oktober 2004 werd door het UWV op 22 februari 2006 in de betaalsystemen ingevoerd terwijl de rechterlijke uitspraak reeds op 11 oktober 2005 was gedaan. De eerste betaling vond plaats op 2 maart 2006. Hiermee, zo oordeelde de Nationale ombudsman, gaf het UWV geen blijk van voortvarend handelen. De onderzochte gedraging was op dit punt niet behoorlijk.

Overige klachtonderdelen:

geen inzicht verschaffen in de uitkeringsrechten en gedane betalingen;

geen uitvoering geven aan de beslaglegging.

Instantie: UWV Amsterdam

Klacht:

Sinds november 2005 de aan verzoeker toekomende ZW-uitkering niet (volledig) uitbetaald ondanks vele toezeggingen; nog geen uitvoering gegeven aan rechterlijke uitspraak van 11 oktober 2005; aan verzoeker toekomende uitkering niet aan Stadgeldbeheer overgemaakt maar aan hemzelf en aan stichting Noiz; geen inzicht verschaft over uitkering waar verzoeker met ingang van 1 augustus 2004 recht op heeft en inmiddels uitbetaalde bedragen; geen uitvoering gegeven aan beslag dat is gelegd op verzoekers uitkering .

Oordeel:

Gegrond