Verzoekster, die van het UWV een Ziektewetuitkering ontving, beklaagde zich er bij het UWV verschillende keren over dat zij geen beslissing over de hoogte van haar uitkering had ontvangen. Ook bericht over verrekeningen van eigen inkomsten met haar uitkering bleef uit.
Uiteindelijk nam het UWV een aantal beslissingen over verzoeksters uitkering. Ook toen bleef nadere informatie over de vaststelling van haar uitkering echter uit. Verzoekster maakte op 29 juni 2006 bezwaar en vroeg hierbij opnieuw om nadere stukken. In de loop van 2006 volgden nog diverse andere bezwaarschriften.
Verzoekster beklaagde zich bij de Nationale ombudsman onder meer over het feit dat zij tot op dat moment (7 september 2006) nog niet de gevraagde informatie over haar uitkering had ontvangen.
De Nationale ombudsman stelde vast dat verzoekster bij het UWV bijzonder lang had moeten aandringen op meer duidelijkheid over de wijze waarop haar Ziektewetuitkering was vastgesteld. Het duurde uiteindelijk tot 8 december 2006 voordat een beslissing werd genomen met daarbij een berekening waarin verzoekster zich kon vinden.
Bovendien achtte de Nationale ombudsman de verklaring die het UWV hiervoor gaf verre van afdoende. Het UWV schoot hiermee niet alleen tekort waar het de informatieverstrekking aan verzoekster betrof, vooral ook had het UWV hiermee in strijd met het beginsel van fair play gehandeld. Immers, verzoekster had in de loop van 2006 vele malen bezwaar moeten instellen tegen beslissingen van het UWV terwijl zij niet over alle hiertoe benodigde informatie beschikte. De klacht werd gegrond geacht.
Verder klaagde verzoekster erover dat het UWV de ontvangst van één van haar bezwaarschriften niet had bevestigd.