2007/045

Rapport

Verzoeker en zijn ex-partner hebben samengewoond van 1990 tot en met februari 2003. Uit deze relatie zijn in 1995 een zoon en in 1997 een dochter geboren. De ouders hebben het gezamenlijk gezag over de kinderen. In een beschikking van de rechtbank van 21 november 2003 is een beslissing ter zake van de omgangsregeling aangehouden en is de Raad voor de Kinderbescherming (hierna ook: Raad) verzocht om een onder­zoek te verrichten - met de mogelijkheid van proefcontacten - of een omgangsregeling zich tegen het belang van de minderjarige kinderen verzet. Eind juni 2004 startte het raadsonderzoek. Tijdens het raadsonderzoek heeft verzoeker na ontvangst van het concept-rapport van de Raad, bij de Raad een klacht ingediend over het handelen van de Raad, en over de inhoud van het concept-rapport.

Mede naar aanleiding van de klachtbehandeling is het concept-rapport van de Raad op onderdelen aangepast, waarna de Raad in een definitief rapport advies uitbracht aan de Rechtbank.

Op 7 mei 2005 heeft verzoeker een aantal klachten voorgelegd aan de klachtencom­missie van de Raad voor de Kinderbescherming.

Verzoeker wendde zich op 20 september 2005 met zijn klachten tot de Nationale ombudsman.

Verzoeker klaagt over niet objectieve en niet gelijke behandeling door de Raad, dat de Raad onvoldoende onderzoek heeft gedaan, en dat tijdens het onderzoek van de raad geen hulpverlening is aangeboden aan de kinderen.

Ook klaagt hij over de wijze van klachtbehandeling door de Klachtencommissie van de raad.

De No acht geen van de klachten van verzoeker gegrond, en is van mening dat niet in strijd is gehandeld met het verbod van vooringenomenheid, het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving, het redelijkheidsvereiste en het motiveringsvereiste.

Instantie: Raad voor de Kinderbescherming

Klacht:

Niet objectief opgesteld en partijen niet op gelijke wijze behandeld in onderzoek: niet in raadsrapportage opgenomen dat moeder weigert mee te werken aan voorstel van verzoeker tot omgangshuis, niet in raadsrapportage opgenomen dat moeder onjuiste informatie heeft verstrekt, niet in raadsrapportage opgenomen dat moeder al zeven jaar onder psychiatrische behandeling staat maar wel vermeld dat vader drie maanden psychiatrische hulp heeft gehad, informatie over aangifte moeder in detail opgenomen terwijl die aangifte is geseponeerd wegens gebrek aan bewijs; onvoldoende onderzoek gedaan: door verzoeker aangedragen informanten pas na herhaaldelijk aandringen of helemaal niet benaderd terwijl informanten van moeder wel zijn gehoord, geen informatie opgevraagd bij psychiater van moeder, geen persoonlijkheidsonderzoek bij moeder uitgevoerd, geen informatie opgevraagd bij nieuwe partner van verzoeker, in 2,5 jaar tijd maar één huisbezoek afgelegd bij moeder, onvoldoende naar signalen van kinderen geluisterd; tijdens onderzoek geen hulpverlening geboden voor kinderen.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Klachtencommissie B van de Raad voor de Kinderbescherming, directie A

Klacht:

Verzoekers klachten, zoals verwoord in brief van 7 mei 2005 en bestaand uit 25 klachtonderdelen, op 5 september 2005 samengevat en afgehandeld in 4 onderdelen.

Oordeel:

Niet gegrond