2007/025

Rapport

Verzoekster klaagde erover dat de politie tegen haar zusters had gezegd dat zij ervoor moesten zorgen dat zij en haar tweelingzuster zich meldden in het geval verzoekster en haar tweelingzuster geldboetes waren opgelegd die door hen nog betaald moesten worden. Verzoekster was een bekende van de politie. Zij vond dat door deze opmerking op disproportionele wijze druk op haar werd uitgeoefend. De politie wilde de klacht niet inhoudelijk behandelen. De politie vond dat deze gedraging jegens de zusters van verzoekster was gericht en niet jegens verzoekster zelf.

De Nationale ombudsman startte uit eigen beweging een onderzoek en onderzocht of het juist was dat de politie de klacht niet inhoudelijk had behandeld.

De No toetste aan het beginsel van fair play en kwam tot het oordeel niet behoorlijk. Het klaagschrift voldeed aan de eisen van art 9:4 Awb. Ook deden geen van de uitzonderingen in artikel 9:8 Awb zich voor. Verder had verzoekster belang bij een inhoudelijke behandeling van de klachtpunten. Zij vond namelijk dat de politie op disproportionele wijze druk op haar had uitgeoefend.

Verzoekster klaagde er erover dat de politie tegen haar zusters had gezegd dat zij zich meldden als zij en haar tweelingzuster geldboetes waren opgelegd die door hen nog betaald moesten worden.

De No toetste hier aan het verbod van vooringenomenheid en achtte de gedraging behoorlijk.

De politie had door de uitlatingen de indruk gewekt er bij voorbaat van uit te gaan dat er onherroepelijke straffen of boetes openstonden of opnieuw zouden openstaan. De politie had niet geverifieerd of er daadwerkelijk sprake was van openstaande straffen of geldboetes. Achteraf bleek dit ten aanzien van verzoekster niet het geval te zijn. Door zo'n opmerking te plaatsen kon de indruk van vooringenomenheid ontstaan. De politie diende dit te voorkomen. Gezien de taak van de politie in een geval als dit, achtte de No de vraagstelling echter niet zo onjuist dat deze als niet behoorlijk moest worden aangemerkt.

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Onderzoek uit eigen beweging naar wijze waarop gedurende de interne klachtbehandeling uitleg is gegeven aan artikel 9:4, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Tegen zusters van verzoekster gezegd dat zij ervoor moeten zorgen dat verzoekster en haar tweelingzuster zich melden: in het geval verzoekster en haar tweelingzuster geldboetes zijn opgelegd die door hen nog betaald moeten worden, in het geval verzoekster en haar tweelingzuster nog openstaande straffen moeten uitzitten.

Oordeel:

Niet gegrond