2006/346

Rapport

In een persbericht was onder meer opgenomen dat verzoeker was aangehouden toen hij bij de school van zijn zoon stond en daar met pamfletten tegen de omgangsregeling met zijn zoon protesteerde. Volgens het persbericht had verzoeker zijn ex-vrouw, zijn zoon en de school in het verleden vaker lastig gevallen en mocht hij zich volgens een gerechtelijke uitspraak niet bij de school van zijn zoon ophouden.

Verzoeker klaagde er over dat in het persbericht ten onrechte stond vermeld dat hij zijn ex-vrouw, zijn zoontje en de school van zijn zoontje meermalen zou hebben lastig gevallen alsmede dat hij zich volgens een gerechtelijke uitspraak niet bij de school van zijn zoontje mocht ophouden.

In de van het incident opgestelde rapportages stond vermeld dat verzoeker volgens een gerechtelijke uitspraak niet in de buurt van de school van zijn zoontje mocht komen op grond waarvan was besloten hem aan te houden. Het was de politie pas achteraf duidelijk geworden dat deze zienswijze niet juist was en dat er helemaal geen rechterlijke uitspraak was die verzoeker verbood zich in de buurt van de school op te houden. De Nationale ombudsman overwoog in dit verband als volgt. Het feit dat een verdachte is aangehouden is een objectief gegeven. De politie schendt niet de persoonlijke levenssfeer door deze informatie aan de media door te geven. Daarbij moet de politie zich wel bewust zijn van het feit dat op het moment dat de politie iemand aanhoudt, nog niet vast staat dat die persoon zich daadwerkelijk schuldig heeft gemaakt aan het feit waarvan hij wordt verdacht. Daarover beslist uiteindelijk de rechter. Dit brengt met zich mee dat de politie in de informatieverstrekking aan de media niet de indruk mag wekken dat de strafbare feiten daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Indien de informatie (achteraf) niet (geheel) blijkt te kloppen, kan dat de politie in beginsel niet worden verweten indien blijkt dat zij de vastgelegde informatie op objectieve wijze heeft verstrekt. Het was niet juist dat er bij het opstellen van het persbericht van uit was gegaan dat verzoeker een gerechtelijke uitspraak had overtreden en dat hij zijn zoontje en ex-echtgenote reeds meermalen had lastig gevallen. Het opsporingsonderzoek bevond zich op dat moment nog in de beginfase, zodat er slechts sprake was van een verdenking jegens verzoeker. Het persbericht had op dit punt dan ook terughoudender moeten worden geformuleerd. Door op dit punt niet de vereiste objectiviteit in acht te nemen maar te vergaande conclusies te trekken, had de politie een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van verzoeker. De gedraging was op dit punt niet behoorlijk.

Verzoeker klaagde ook over het door de politie:

- weigeren het proces-verbaal van verhoor aan te passen en vervolgens opnieuw ter ondertekening aan verzoeker voor te leggen;

- tijdens zijn insluiting niet verstrekken van een deken en medicijnen;

- zodanige gegevens over hem aan de pers verstrekken, dat de berichtgeving naar hem was te herleiden;

- weigeren zijn aangifte ter zake smaad en/of laster op te nemen.

Instantie: Regiopolitie Brabant Zuid-Oost

Klacht:

Geweigerd proces-verbaal van verzoekers verhoor overeenkomstig zijn verhoor aan te passen; hem tijdens insluiting geen deken en geen medicijnen verstrekt; een onjuist persbericht over hem aan de media verstrekt; verzoeker aangehouden.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Brabant Zuid-Oost

Klacht:

Zodanige gegevens aan de pers verstrekt dat de berichtgeving naar hem was te herleiden; geweigerd aangifte terzake smaad en/of laster op te nemen.

Oordeel:

Niet gegrond