Verzoeker is slachtoffer geworden van mishandeling waardoor hij in het ziekenhuis is beland. In het ziekenhuis heeft de politie zijn aangifte van mishandeling opgenomen. Verzoeker heeft deze aangifte ondertekend. In het proces-verbaal van mishandeling heeft de politie ook geschreven dat het door verzoeker geleden schade op nul kan worden gesteld.
Het OM heeft de verdachte een transactievoorstel gedaan op welk voorstel de verdachte is ingegaan. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar bij het gerechtshof aangetekend. Het gerechtshof heeft het bezwaar vervolgens afgewezen, waardoor de strafzaak niet door de rechter is beoordeeld. Dus kon verzoeker het feit dat hij door de mishandeling schade heeft geleden, niet aan de rechter voorleggen. Hij wilde vervolgens zijn schade op de politie verhalen. De politie gaf toe dat hetgeen in het proces-verbaal was opgenomen over de schade niet juist was. Desalniettemin heeft de politie verzoeker verwezen naar de verdachte van de mishandeling indien hij zijn schade vergoed wilde hebben.
Verzoeker klaagde bij de NO erover dat de politie hem - ondanks erkenning van de omissie - hem in verband met het verhaal van zijn schade heeft verwezen naar de verdachte van de mishandeling.
De No stelt in zijn oordeel voorop dat de politie naar aanleiding van het bepaalde in de Aanwijzing Slachtofferhulp verzoeker had moeten voorzien van algemene informatie over de mogelijkheden van schadevergoeding. Dit heeft de politie niet gedaan. Verder stelt de NO vast dat de politie aan verzoeker heeft erkend dat zij een fout heeft gemaakt wat betreft de opmerking in de proces-verbaal van aangifte dat de schade van verzoeker op nul kan worden gesteld.
De No heeft getoetst aan het motiveringsvereiste en heeft de klacht gegrond verklaard.
De No zag aanleiding om de korpsbeheerder de aanbeveling te doen opnieuw te beslissen op het verzoek om schadevergoeding waarbij aanleiding bestaat voor coulance.