2006/292

Rapport

Verzoekster klaagt er over dat de IND haar op 15 februari 2005 een nader gehoor heeft afgenomen in het bijzijn van en mannelijke tolk, ondanks haar nadrukkelijke verzoek om een vrouwelijke contactambtenaar en een vrouwelijke tolk.

Verzoekster, een asielzoekster uit Iran, verklaarde al tijdens het eerste gehoor door de IND op 10 oktober 2004 dat zij tijdens haar detentie in Iran seksueel is misbruikt en dat zij het moeilijk vond om daar over te praten in het bijzijn van een man. Verzoekster heeft meerdere aangegeven dat zij wenste te worden gehoord door een vrouwelijke contactambtenaar en een vrouwelijke tolk. Desondanks werd zij tijdens het nader gehoor op 11 oktober 2004 gehoord door een mannelijke contactambtenaar in het bijzijn van een vrouwelijk tolk. Op 15 februari werd van haar een tweede nader gehoor afgenomen, Ondanks haar herhaalde verzoek is verzoekster toen gehoord door een vrouwelijke contactambtenaar in het bijzijn van een mannelijke tolk.

In reactie op de klacht deelde de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie mee dat het verzoek om een vrouwelijke tolk een inspanningsverplichting is voor de IND en geen recht voor de verzoekster. De minister deelde mee dat er op 15 februari 2005 geen vrouwelijke Farsi-tolk aanwezig was en aan de hand van verklaringen die verzoekster heeft afgelegd niet kan worden afgeleid dat zij in benadeeld door de aanwezigheid van een man tijdens de gehoren.

Noch uit de reacties van de minister van 13 maart 2005 en 12 september 2005, noch uit de verslagen van de gehoren, kan worden opgemaakt dat de IND inspanning heeft verricht om verzoekster, op 15 februari 2005 of eventueel op een andere datum, te laten horen met behulp van een vrouwelijke tolk .

Overschreden norm:

De IND heeft hiermee gehandeld in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel dat is neergelegd in het vereiste van adequate en organisatorische voorzieningen.

Aanbeveling:

De Nationale ombudsman geeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie in overweging om de planning van gehoren en nadere gehoren in de asielprocedure zodanig te doen inrichten dat bij de keuze van data voldoende rekening kan worden gehouden met de beschikbaarheid van vrouwelijke tolken en contactambtenaren indien dat aangewezen is.

Instantie: Immigratie- en Naturalisatiedienst

Klacht:

Verzoekster nader gehoor afgenomen in het bijzijn van een mannelijke tolk, ondanks haar uitdrukkelijke verzoek om een vrouwelijke contactambtenaar en een vrouwelijke tolk.

Oordeel:

Gegrond