In het maandblad Quote van juni 2004 verscheen een artikel over verlening van adeldom in Nederland met als titel `Noblesse Manquée'. Het artikel bavta onder meer de volgende passage:
Minder begrip kan (de secretaris van de Hoge Raad van Adel; N.o.) opbrengen voor het fanatisme van `jonker' (naam verzoeker; N.o) en diens kornuiten van de Vereniging Buitenlandse Adel Nederland. `Zij maken gebruik van argumenten en zogenaamde bewijzen die allerminst deugen. Deze mensen zie ik toch meer als…, hoe zeg je zoiets op een nette manier?' Querulanten? `Dat zijn uw woorden.'
Verzoeker klaagde over de door de secretaris van de Hoge Raad van Adel geplaatste opmerkingen over hem en de zijnen tijdens een interview met het landelijk periodiek Quote.
De Nationale ombudsman overwoog dat in de verhouding tussen overheid en burgers beoordeling van individuele zaken door bestuursorganen in beginsel niet in de media behoort plaats te vinden. In het gelaakte interview uitte had de secretaris van de Hoge Raad van Adel op een vraag van de interviewer in de openbaarheid in algemene zin kritiek op de handelwijze van een groep burgers. Op zichzelf vond de Nationale ombudsman dit niet ontoelaatbaar. Het was dan ook niet onaanvaardbaar om een waardeoordeel te geven over gehanteerde argumentatie en bewijzen om te worden ingelijfd in de Nederlandse adel. Uit het artikel in Quote en het onderzoek was niet gebleken dat de secretaris van de Hoge Raad van Adel tot de persoon van verzoeker herleidbare informatie uit individuele dossiers had verstrekt. Daarmee had de secretaris van de Hoge Raad van Adel niet gehandeld in strijd met het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
Verzoeker had ook bezwaar tegen de kwalificatie `querulanten'. De Nationale ombudsman overwoog dat de secretaris van de Hoge Raad van Adel zich van een stijlfiguur had bediend waarmee men juist datgene onderstreept wat men voorgeeft te willen verzwijgen. Hierdoor, en door te verklaren dat de passage een juiste weergave van zijn woorden was en door de publicatie ervan te autoriseren, had de secretaris van de Hoge Raad van Adel naar het oordeel van de Nationale ombudsman onvoldoende afstand genomen van de kwalificatie `querulanten'. Nu aan het begrip querulant een negatieve connotatie is verbonden die ook nog eens kan duiden op vooringenomenheid was het naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet betamelijk dat de secretaris van de Hoge Raad van Adel zich op deze wijze publiekelijk over verzoeker en de zijnen had uitgelaten. Daarmee had de secretaris van de Hoge Raad van Adel gehandeld in strijd met het vereiste van correcte bejegening.