2006/152

Rapport

Verzoekers ex-partner had de politie getipt dat verzoeker vuurwapens verborgen hield in zijn woning. Hierop heeft de politie verzoekers woning doorzocht. Bij de doorzoeking werden geen verboden wapens aangetroffen. Bij het binnentreden in de woning is schade ontstaan aan de voordeur.

Verzoeker klaagde erover dat de politie weigert de schade aan zijn voordeur te vergoeden.

De Nationale ombudsman overwoog dat de politie te lichtvaardig had besloten om binnen te treden in verzoekers woning. Hierbij werd in aanmerking genomen dat verzoeker geen antecedenten had, en dat de tip afkomstig was van verzoekers ex-partner. Deze ex-partner had eerder aangifte gedaan tegen verzoeker wegens vernieling; die aangifte was geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. Gelet op deze omstandigheden had de politie meer onderzoek moeten doen naar aanleiding van de tip, alvorens gebruik te maken van de bevoegdheid om in verzoekers woning binnen te treden. De Nationale ombudsman achtte het binnentreden dan ook onrechtmatig. Om die reden had de politie in redelijkheid niet tot een afwijzing kunnen komen van het verzoek om schadevergoeding.

De Nationale ombudsman was van oordeel dat de klacht gegrond was wegens strijd met het redelijkheidsvereiste.

De Nationale ombudsman gaf de korpsbeheerder in overweging een nieuwe beslissing te nemen op het verzoek om schadevergoeding, met inachtneming van de overweging van de Nationale ombudsman dat het binnentreden als onrechtmatig moest worden aangemerkt.

Voorts gaf de Nationale ombudsman de korpsbeheerder in overweging bij toekomstige verzoeken om schadevergoeding aan klagers te laten weten in hoeverre het standpunt van de verzekeraar geldt als beslissing van het politiekorps.

Instantie: Regiopolitie Zeeland

Klacht:

Verzoekers verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Oordeel:

Gegrond