2006/137

Rapport

Verzoeker klaagde erover dat de staatssecretaris van Financiën aan belastingplichtigen die per 1 januari 2005 niet over een voor het gehele jaar geldige verblijfsvergunning beschikten geen voorlichting had gegeven op het punt dat zij niet in aanmerking kwamen voor een automatische voorlopige teruggaaf algemene heffingskorting voor 2005.

In reactie op de klacht erkende de staatssecretaris dat het niet automatisch verstrekken van een voorlopige teruggaaf niet als zodanig in de voorlichtingscampagne onder de aandacht was gebracht.

De Nationale ombudsman overwoog dat van de staatssecretaris had mogen worden verwacht dat hij de belastingplichtigen die over 2004 een verzoek om een voorlopige teruggaaf algemene heffingskorting hadden ingediend en deze ook hadden ontvangen én naar wie geen beschikking voorlopige teruggaaf 2005 werd gestuurd, uit eigen beweging op de hoogte had gesteld van het feit dat, indien zij over 2005 niet over het gehele jaar over een geldige verblijfsvergunning beschikten, zij niet voor het automatisch verstrekken van een voorlopige teruggaaf in aanmerking kwamen. Door dit na te laten handelde de staatssecretaris in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking. De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging op dit punt niet behoorlijk was.

Overige klachtonderdelen:

- informatieverstrekking over de mogelijkheid alsnog een verzoek om heffingskorting in te dienen.

Instantie: Staatssecretaris van Financiën

Klacht:

Geen voorlichting gegeven aan belastingplichtigen die niet over een geldige verblijfsvergunning beschikken gedurende een heel jaar over de volgende punten: men komt niet in aanmerking voor een automatische voorlopige teruggaaf algemene heffingskorting, het bestaan van de mogelijkheid een verzoek om voorlopige teruggaaf algemene heffingskorting over 2005 in te dienen.

Oordeel:

Gegrond