2006/133

Rapport

Verzoeker diende een tweetal bezwaarschriften in en verzocht de Belastingdienst de behandeling ervan aan te houden totdat de uitspraak van de belastingrechter in een soortgelijke procedure bekend zou zijn. Uit het uitblijven van een expliciete reactie op dit verzoek leidde verzoeker af dat het verzoek niet zou worden gehonoreerd en hij vroeg de Belastingdienst aan te geven wanneer de afhandeling van de bezwaarschriften zou plaatsvinden. De Belastingdienst reageerde hierop met een verwijzing naar de jaartermijn van artikel 25 Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Verzoeker klaagde erover dat de Belastingdienst hem geen redelijke schatting had gegeven van de termijn waarop de afhandeling kon worden verwacht.

De Nationale ombudsman overwoog dat voor de afhandeling van bezwaarschriften door de Belastingdienst in beginsel een termijn geldt van zes weken. Gelet op het verzoek de behandeling aan te houden, viel de verwijzing naar de termijn van een jaar te begrijpen. Van de Belastingdienst had echter mogen worden verwacht dat hij bij verzoeker zou hebben geïnformeerd naar de achtergrond van zijn vraag, en dat hij had aangegeven waarop zijn verwijzing naar de termijn van een jaar was gebaseerd.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de Belastingdienst het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking had geschonden en dat de klacht gegrond was.

Instantie: Belastingdienst/Haaglanden/kantoor Den Haag

Klacht:

Geen redelijke schatting gegeven van een datum waarop werd beslist over verzoekers ingediende bezwaarschriften.

Oordeel:

Gegrond