Op 2 februari 2004 werden tijdens een uitzending van het televisieprogramma "Opsporing Verzocht" twee foto's van verzoeker getoond. Hierbij werd gesteld dat de persoon op de foto's werd verdacht van diefstal van een pinpas en misbruik van een pinpas op of omstreeks 13 juni 2003. De foto's van verzoeker werden ook op de website van het programma "Opsporing Verzocht" en op de website van de politie geplaatst.
De politie gaf in maart 2004 aan dat er een vergissing was gemaakt en dat verzoeker door het gebruik van verkeerde foto's ten onrechte als verdachte was aangemerkt.
Verzoeker klaagde erover dat de politie zijn verzoek om vergoeding van immateriële schade op 25 februari 2005 heeft afgewezen.
Ten aanzien van de immateriële schade van verzoeker, is de Nationale ombudsman van oordeel dat de schadeverzekeraar en de korpsbeheerder op onjuiste gronden dit schadevergoedingverzoek van verzoeker hebben afgewezen. Derhalve kan de motivering voor de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding, de afwijzing niet dragen. Hiermee is gehandeld in strijd met het motiveringsvereiste. De Nationale ombudsman gaf de korpsbeheerder in overweging zijn standpunt ten aanzien van de vergoeding van de immateriële schade van verzoeker te heroverwegen.
Ten aanzien van de immateriële schade van zijn werkgever en zijn familie, stelde de Nationale ombudsman dat uit het stelsel van de wet volgt dat in beginsel geen vergoeding van immateriële schade mogelijk is voor derden. De Nationale ombudsman oordeelde derhalve dat de motivering, waarmee de schadeverzekeraar en de korpsbeheerder het verzoek om schadevergoeding van derden hadden afgewezen, toereikend was. Hiermee is niet gehandeld in strijd met het motiveringsvereiste.
Verder klaagde verzoeker erover dat het regionale politiekorps Hollands Midden zijn materiële schade slechts gedeeltelijk heeft vergoed, terwijl integrale vergoeding van de materiële schade was toegezegd. Uit het onderzoek is echter gebleken dat de door verzoeker opgevoerde materiële schade integraal is vergoed door de politie. De klacht mist daarmee feitelijke grondslag
Aanbeveling:
De beheerder van het regionale politiekorps Hollands Midden wordt in overweging gegeven het besluit tot afwijzing van het verzoek om vergoeding van de immateriële schade van verzoeker te heroverwegen, met inachtneming van de overweging van de Nationale ombudsman dat de motivering voor de afwijzing van het verzoek om immateriële schadevergoeding voor verzoeker de afwijzing niet kan dragen.