Verzoeker wenste gezinshereniging met zijn in Nederland wonende echtgenote. Om te weten of aan hem de hiervoor benodigde machtiging tot voorlopig verblijf zou worden verleend, verzocht hun advocaat op 5 februari 2004 de Visadienst om een advies hierover. De Visadienst vroeg hun advocaat op 30 juni 2004 om nadere informatie en eiste dat de referente zelf de aanvraag zou ondertekenen. Op 10 augustus 2004 bracht de Visadienst een negatief advies uit omdat verzoekers vrouw, die werkzaam was bij een uitzendbureau, niet duurzaam beschikte over voldoende inkomen.
Verzoeker klaagt over de wijze waarop de Visadienst de adviesaanvraag heeft behandeld. Verzoeker klaagt daarbij zowel over de lange duur van de behandeling, als over de eis van persoonlijke onderte-kening door referent. Daarnaast klaagt hij erover dat de Visadienst informatie verzocht die al was verstrekt en tenslotte klaagt hij over de inhoud van het advies.
De klacht over de lange duur van de behandeling is gegrond. Doordat de Visadienst langer dan drie maanden heeft gedaan over het advies, en pas na het verstrijken van deze drie maanden om nadere informatie verzocht, handelde het in strijd met het vereiste van voortvarendheid.
De klacht over de eis van persoonlijke ondertekening is gegrond. Nu de advocaat zich als gemachtigde van verzoekers echtgenote had gesteld, en de Vreemdelingenwet niet de eis stelt dat een mvv- advies door de referent persoonlijk wordt gevraagd was de advocaat bevoegd de adviesaanvraag te ondertekenen. Door het verzoek niet onmiddellijk in behandeling te nemen maar de referente te verzoeken de aanvraag persoonlijk te ondertekenen, handelde de Visadienst in strijd met het beginsel van rechtszekerheid.
Ook de klacht over het vragen van reeds verstrekte informatie is gegrond. Door in reactie op de klacht bij brief van 30 juni 2004 genoemde nadere informatie aan verzoeker te vragen, terwijl deze informatie niet nodig was, heeft de Visadienst gehandeld in strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.
Tenslotte is ook de klacht over het negatieve advies gegrond. Door de inkomsten alleen vanwege het feit dat verzoekers echtgenoot werkzaam was bij een uitzendbureau als onvoldoende duurzaam te kwalificeren zonder acht te slaan op de precieze inhoud van de arbeidsovereenkomst waarin een vast inkomen was gegarandeerd, heeft de Visadienst in strijd gehandeld met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.
Aanbeveling; De Nationale ombudsman geeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de minister van Buitenlandse Zaken in overweging het advies op het punt van de duurzaamheid van de inkomsten van referent opnieuw te beoordelen.