Verzoeker drijft een winkel aan de Markt in Beverwijk. In 2003 werd een start gemaakt met de realisatie van nieuwbouwappartementen aan en rondom de Markt.
Verzoeker klaagde erover dat de gemeente Beverwijk bij het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden onvoldoende rekening hield met zijn belangen als ondernemer. Hij klaagde er in dit verband in het bijzonder over dat zijn winkel langdurig onbereikbaar was doordat de bestrating steeds was opengebroken en dat zijn klanten wegbleven doordat er onvoldoende parkeergelegenheid was.
Uit de reactie van de gemeente bleek dat en op welke manier zij met de bereikbaarheid van verzoekers winkel rekening had gehouden, alsmede hoe zij was omgegaan met de parkeermogelijkheden ter plaatse. Meer in het algemeen kwam uit het onderzoek naar voren dat de gemeente had zorggedragen voor informatie- en inspraakbijeenkomsten.
De Nationale ombudsman overwoog dat de gemeente de uitvoering van de plannen zorgvuldig had voorbereid en bovendien vervolgens serieus was omgegaan met de signalen die de betrokken omwonenden en ondernemers gaven. De gemeente belegde enkele bijeenkomsten waarin zij nadrukkelijk inging op de aan- en opmerkingen die te berde werden gebracht en naar aanleiding waarvan zij een contactpersoon van de gemeente aanwees als aanspreekpunt. Hierna kwam de gemeente terug op het met de betrokkenen besprokene en informeerde hen over de aanpassingen waartoe zij mede naar aanleiding van de gesprekken had besloten. Op die manier had de gemeente voldoende aandacht gegeven aan de verschillende belangen en had zij, binnen de beperkte mogelijkheden die zij gelet op de verschillende betrokken belangen had, voldoende moeite gedaan om een voor alle betrokkenen zo bevredigend mogelijk resultaat te creëren. Van strijd met het evenredigheidsvereiste was naar het oordeel van de Nationale ombudsman dan ook geen sprake. Hij achtte de onderzochte gedraging behoorlijk.