2006/003

Rapport

Twee medewerkers van de afdeling Fraude, Preventie en Opsporing van het UWV verhoorden verzoekster als verdachte van een strafbaar feit.

Verzoekster klaagde bij de Nationale ombudsman over de gang van zaken tijdens dit verhoor.

De klacht van verzoekster dat haar zus niet bij het verhoor aanwezig mocht zijn, werd door de Nationale ombudsman niet gegrond verklaard. Hij overwoog in dat verband dat het niet gebruikelijk is dat bij verhoren als het onderhavige derden worden toegelaten en dat het voor de hand had gelegen dat, indien er behoefte zou hebben bestaan aan een tolk, door het UWV een onpartijdige tolk zou zijn ingeschakeld.

Op verschillende andere punten verklaarde de Nationale ombudsman de klacht wel gegrond. Zo hadden de medewerkers van het UWV verzoekster meer informatie moeten verstrekken over de ruimte waarin het verhoor plaatsvond en de werking van het slot met cijfercode. In dit opzicht hadden zij gehandeld in strijd met het vereiste van professionaliteit. Daarnaast hadden zij vragen over mogelijke verkrachting van verzoekster en over het krijgen van een kind voor de kinderbijslag achterwege moeten laten. Die vragen waren op zichzelf niet relevant voor het onderzoek van het UWV, en het stellen van die vragen was in strijd met het vereiste van correcte bejegening.

Ook het zonder meer verlangen van een handtekening van verzoekster onder het proces-verbaal werd door de Nationale ombudsman afgekeurd, en wel wegens strijd met het vereiste van professionaliteit.

De klacht van verzoekster dat de UWV-medewerkers tegen haar hadden geschreeuwd, haar hadden uitgemaakt voor leugenaar en haar hadden gedreigd met stopzetting van haar uitkering werd door de Nationale ombudsman niet gegrond verklaard.

Instantie: UWV Amsterdam, afdeling Fraude, Preventie en Opsporing

Klacht:

Wijze van verhoren verzoekster: verzoekster verhoord in kamer die op slot werd gedaan, verzoekster gevraagd of zij was verkracht door haar echtgenoot, verzoekster gevraagd of zij een kind had gekregen voor de kinderbijslag, verzoekster niet laten gaan totdat zij een handtekening had gezet onder een proces-verbaal.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: UWV Amsterdam, afdeling Fraude, Preventie en Opsporing

Klacht:

Geweigerd om verzoeksters zus bij het verhoor aanwezig te laten zijn, tegen verzoekster geschreeuwd, verzoekster een leugenaar genoemd, gezegd dat ervoor gezorgd zou worden dat verzoeksters uitkering zou worden stopgezet.

Oordeel:

Niet gegrond