Verzoeksters zoon was onder toezicht gesteld van Bureau Jeugdzorg Limburg. Op 18 maart 2004 liep hij weg uit de Justitiële Jeugd Inrichting Het Keerpunt waar hij door Bureau Jeugdzorg in een besloten behandelgroep was geplaatst. Diezelfde dag had Het Keerpunt door middel van een faxbericht een Opsporing Aanhouding Terugbrenging (OAT) laten uitgaan naar de meldkamer van het regionale politiekorps Limburg-Zuid. Op 19 maart 2004 werd verzoeksters zoon bij verzoekster thuis door ambtenaren van het regionale politiekorps Brabant-Zuid-Oost aangehouden en werd hij terugbezorgd bij Het Keerpunt.
Verzoekster klaagde erover dat Bureau Jeugdzorg de politie had ingeschakeld om haar zoon aan te houden.
De Nationale ombudsman overwoog dat indien een jeugdige een justitiële jeugdinrichting ontvlucht, deze ongeoorloofde afwezigheid door de inrichting dient te worden gemeld. In het kader van het onderzoek had Het Keerpunt stukken overgelegd waaruit bleek dat deze instantie de OAT had doen uitgaan en dat de OAT door het regionale politiekorps Limburg-Zuid in het landelijk politieregister OPS was verwerkt. Alleen al uit het feit dat Het Keerpunt de OAT had doen uitgaan en niet Bureau Jeugdzorg, volgde naar het oordeel van de Nationale ombudsman dat de klacht dat Bureau Jeugdzorg de politie had ingeschakeld, feitelijke grondslag miste.
Overige klachtonderdelen:
- informeren over opvoeding en welzijn
