2005/397

Rapport

Verzoeker diende bij Rijkswaterstaat een schadeclaim in vanwege schade aan zijn auto die volgens hem was ontstaan als gevolg van een gebrekkig wegdek op een bepaald deel van de rijksweg A2. De minister van Verkeer en Waterstaat wees deze claim af omdat de schade aan verzoekers auto volgens haar niet was ontstaan op bedoeld wegdeel.

Verzoeker klaagde bij de Nationale ombudsman over de afwijzing van zijn claim.

De Nationale ombudsman overwoog dat hij zich, volgens vast beleid in zaken waarin wordt geklaagd over de afwijzing van een schadeclaim en het besluit niet kan worden onderworpen aan het oordeel van de bestuursrechter, ook in deze zaak terughoudend diende op te stellen. In dit soort gevallen is immers de burgerlijke rechter de instantie die bij uitsluiting bevoegd is bindend te beslissen of, op grond van bepalingen van burgerlijk recht, het betrokken bestuursorgaan gehouden is de gestelde schade te vergoeden. Gezien de uitkomsten van het onderzoek van een door Rijkswaterstaat ingeschakeld particulier schadeonderzoek- en expertisebureau - dat tot de conclusie was gekomen dat de schade niet op bedoeld weggedeelte was ontstaan - kon naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet worden gezegd dat de gronden en de overwegingen waarop de minister verzoekers claim had afgewezen, zo evident onjuist waren dat zij in redelijkheid niet tot haar afwijzing had kunnen komen. Van strijd met het redelijkheidvereiste was naar het oordeel van de Nationale ombudsman geen sprake. Hij achtte de onderzochte gedraging behoorlijk.

Instantie: Visadienst

Klacht:

Negatief advies uitgebracht over afgifte mvv wegens ontbreken uitttreksel GBA inschrijving huwelijksakte, zonder in gelegenheid te stellen het stuk alsnog te overleggen.

Oordeel:

Gegrond