2005/388

Rapport

Verzoeker had met zijn werkgever, een taxibedrijf, een verschil van mening over de maatregelen die de werkgever in het kader van verzoekers werkhervatting als taxichauffeur had getroffen. Daarom verzocht verzoeker het UWV om een deskundigenoordeel af te geven.

Verzoeker klaagde onder meer over de bejegening door de arbeidsdeskundige die bij het deskundigenoordeel was betrokken. Hij klaagde er in de eerste plaats over dat de arbeidsdeskundige, nadat het deskundigenoordeel was uitgebracht, nog een bezoek aan de werkgever had gebracht.

De Nationale ombudsman achtte het niet in strijd met het redelijkheidsvereiste dat de arbeidsdeskundige van het UWV, nadat het deskundigenoordeel was afgegeven, nog een bezoek aan de werkgever had gebracht om desgevraagd een toelichting te geven op de eerder met de werkgever gemaakte afspraken. Zowel de werkgever als verzoeker waren immers gebaat bij duidelijkheid op dit punt.

Ook klaagde hij erover dat de arbeidsdeskundige tijdens dit bezoek kennis had genomen van vertrouwelijke correspondentie tussen verzoeker en diens werkgever.

Op dit punt overwoog de Nationale ombudsman dat de meeste brieven die verzoeker aan zijn werkgever had gestuurd al in afschrift bij het UWV aanwezig waren en de arbeidsdeskundige derhalve bekend was met de inhoud van deze brieven. Daarnaast kon niet worden gesteld dat het schema dat verzoeker, bij wijze van toelichting, aan de centralist van zijn werkgever had doen toekomen van een zodanig vertrouwelijk karakter was dat de arbeidsdeskundige het alleen al om die reden direct ter zijde had moeten leggen. In zoverre had de arbeidsdeskundige niet in strijd met het vereiste van professionaliteit gehandeld.

Verder klaagde hij over de inhoud van een brief die de arbeidsdeskundige hem na dit bezoek had gestuurd.

De Nationale ombudsman overwoog het volgende. Met de brief van 11 februari 2005, die de arbeidsdeskundige verzoeker had gestuurd nadat hij nog een gesprek met diens werkgever had gevoerd, en in het bijzonder met enkele zinsneden, had de arbeidsdeskundige blijk gegeven van een jegens verzoeker onvoldoende objectieve houding. Bedoelde brief wekte de indruk dat de arbeidsdeskundige zich in het door het UWV aangehaalde conflict tussen werkgever en verzoeker had laten meeslepen en hierbij de kant van de werkgever had gekozen. De arbeidsdeskundige had daarmee gehandeld in strijd met het verbod van vooringenomenheid, niet behoorlijk.

Overige klachtonderdelen:

- een zinsnede in het deskundigenoordeel is volgens verzoeker onvoldoende duidelijk;

- het oordeel vermeldt niets over de medische beperkingen die verzoeker ten aanzien van het maken van lange ritten heeft, terwijl dit in het dossier van de Arbodienst wel wordt aangegeven.

Instantie: UWV Tilburg

Klacht:

Inhoud deskundigenoordeel: aangegeven dat verzoeker in de gelegenheid gesteld moet worden om op gezette tijden te eten en zijn medicatie te gebruiken, maar het is niet voldoende duidelijk wat daaronder moet worden verstaan; arbeidsdeskundige heeft na bezoek aan verzoekers werkgever verzoeker een vooringenomen brief gestuurd;.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: UWV Tilburg

Klacht:

In deskundigenoordeel niet aangegeven dat verzoeker medische beperkingen heeft ten aanzien van het maken van lange ritten terwijl dit in het dossier van ArboNed wel wordt vermeld; na uitbrengen deskundigenoordeel bezoek gebracht aan verzoekers werkgever door arbeidsdeskundige; tijdens dit bezoek kennis genomen van vertrouwelijke correspondentie tussen verzoeker en zijn werkgever.

Oordeel:

Niet gegrond