Verzoekster voerde met een arbeidsdeskundige van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) een tweetal gesprekken over de mate van haar arbeidsongeschiktheid.
Verzoekster klaagde erover dat deze arbeidsdeskundige haar het gevoel had gegeven dat haar klachten niet ernstig waren en dat zij zich aanstelde. Zij voelde zich onheus bejegend.
De Nationale ombudsman overwoog onder meer dat het ongepast was dat de arbeidsdeskundige aan verzoekster had gevraagd wat anderen van haar situatie (haar langdurige arbeidsongeschiktheid) zouden denken. Het was voor te stellen dat verzoekster zich daar ongemakkelijk bij voelde.
Het UWV had aldus gehandeld in strijd met het vereiste van correcte bejegening.
De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging op dit punt niet behoorlijk was.
Overige klachtonderdelen:
- het noemen van de Rembrandt bewaken als voorbeeldfunctie;
- het noemen van het plukken van kippen en werken in een naaiatelier als voorbeeldfuncties.
