Verzoeker was mishandeld door de nieuwe vriend van zijn ex-partner ten overstaan van zijn kinderen. De politie deed een melding aan het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Verzoeker diende over de gang van zaken een klacht in bij de politie.
Verzoeker klaagde over de niet onpartijdige wijze waarop de politie de melding aan het AMK had gedaan. Hierin stond dat hij in het verleden zijn ex-partner had mishandeld en dat de kinderen hiervan getuige waren geweest. Volgens verzoeker had de politie de verklaringen van zijn ex-partner voor waarheid aangenomen, zodat hijzelf de schuld in de schoenen geschoven kreeg voor het ontstaan van de mishandeling. Er was geen objectief beeld bij de politie geweest, hetgeen tot uiting was gekomen in de melding aan het AMK.
De Nationale ombudsman overwoog dat, op grond van de toen geldende Wet op de Jeugdhulpverlening, een ieder die vermoedde dat een kind wordt mishandeld, verwaarloosd of seksueel misbruikt een melding kon doen aan het AMK. Het optreden van politie dient op grond van de Aanwijzing huiselijk geweld mede ter behartiging van de belangen van kinderen die getuige zijn van geweld. Uit het onderzoek bleek dat de melding aan het AMK een vaststelling bevatte van mishandeling in het verleden door verzoeker van zijn ex-partner. De politie overlegde hiervoor enkele mutaties van meldingen met betrekking tot mishandeling. Echter, er was nooit een aangifte gedaan. Op grond hiervan achtte de Nationale ombudsman dat de politie onzorgvuldig had gehandeld door meldingen als feit aan het AMK te presenteren. De onderzochte gedraging was niet behoorlijk wegens strijd met het verbod van vooringenomenheid.
Overige klachten
Klachtbehandeling