Tegen verzoeker werd terzake van stalking klachte gedaan. De officier van justitie gaf het bevel verzoeker aan te houden. Politieambtenaren betraden verzoekers woning met het doel hem daar aan te houden. Verzoeker was op dat moment niet thuis. Verzoeker klaagt er over dat de politie bij het binnentreden van zijn woning onnodig veel schade heeft veroorzaakt aan en nabij de voordeur.
Het evenredigheidsvereiste houdt in dat bestuursorganen voor het bereiken van een doel een middel aanwenden dat voor de betrokkenen niet onnodig bezwarend is en dat in evenredige verhouding staat tot dat doel. Dit vereiste houdt onder meer in dat de politie geweld slechts mag aanwenden indien het door het beoogde doel alleen daardoor kan worden bereikt en indien het belang van het doel het gebruik van geweld rechtvaardigt.
De politie kon in redelijkheid besluiten met gebruik van een machtiging de woning ter aanhouding van verzoeker te betreden. Het stond vast dat op een zaterdag omstreeks 08.00 uur bij verzoekers woning diens auto voor de deur stond, de gordijnen waren gesloten en in de hal van de woning een jas en schoenen waren te zien. Op grond hiervan kon de politie vermoeden dat verzoeker thuis was. Echter, toen op aanbellen, kloppen op de ramen en roepen dat de politie voor de deur stond niet werd gereageerd, had de politie, vóórdat werd besloten met gebruikmaking van geweld de voordeur open te breken, bij verzoekers buren dienen te informeren of verzoeker thuis was. Het politieoptreden speelde zich namelijk op een zaterdagochtend af waardoor er gerede kans bestond dat buren thuis waren. Voorts had bij de meldkamer van de politie kunnen worden geïnformeerd of verzoeker een vaste telefoonaansluiting in die woning had en indien dit het geval was had kunnen worden getracht hem daarop te bereiken. Door dit niet te doen heeft de politie niet alle mogelijkheden benut om te bezien of verzoeker al dan niet thuis was. Hierdoor was te voortvarend besloten de voordeur open te breken. Er had dan ook onder deze omstandigheden moeten worden afgezien van een verdergaand optreden en er werd gehandeld in strijd met het evenredigheidsvereiste.
De onderzochte gedraging is op dit punt niet behoorlijk.
- verzoeker van zijn vrijheid beroofd gehouden
- afwijzing verzoek tot schadevergoeding