Verzoeker werd 's nachts in elkaar geslagen. Verzoeker werd per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd, alwaar hij die nacht ter observatie is gebleven.
Verzoeker klaagde erover dat de politie niet naar het ziekenhuis was gekomen, ondanks beloften daartoe aan zijn ouders en ondanks de mishandeling.
De Nationale ombudsman overwoog het volgende. Hoewel niet was uitgesloten dat de politie in eerste instantie niet direct duidelijk had gemaakt dat men niet naar het ziekenhuis zou komen voor het opnemen van de aangifte, was in ieder geval voldoende aannemelijk geworden dat er van politiezijde na het eerste verzoek om aangifte in het ziekenhuis te komen opnemen nog enkele malen contact met de moeder van verzoeker is opgenomen. Daarbij was ter sprake gekomen dat er die bewuste zondagochtend diverse andere meldingen waren en er bovendien geen sprake meer was van ontdekking op heterdaad van de mishandeling. Verzoekers moeder had bovendien te kennen gegeven dat haar zoon zich op dat moment weinig tot niets kon herinneren van het voorval en dat zijn herstel drie werkdagen zou duren. Al met al kon de politie in redelijkheid besluiten het verzoek om naar het ziekenhuis te komen niet te honoreren. Niet aannemelijk was geworden dat zij ook in tweede instantie toezeggingen had gedaan de aangifte in het ziekenhuis te komen opnemen. De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging behoorlijk.
