2005/245

Rapport

Deze zaak betreft klachten over de wijze waarop politie en Openbaar Ministerie een door verzoeker gepleegd strafbaar feit hebben afgehandeld. De wijze waarop het arrondissementsparket te Utrecht verzoekers klacht afhandelde was aanleiding voor een onderzoek uit eigen beweging. In de brief van de hoofdofficier van justitie waarin de klacht werd afgedaan werd verzoeker in de gelegenheid gesteld zijn klacht alsnog op een hoorzitting toe te lichten als hij dat zou wensen. NO toetste aan het vereiste van hoor en wederhoor. Voor de behandeling van klachten is dit vereiste vastgelegd in artikel 9:10 Awb. Het tweede lid van dit wetsartikel geeft aan dat van het horen van een klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is of in geval de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord. In het onderhavige geval deed de laatste uitzonderingsgrond zich voor. Verzoeker had namelijk voorafgaand aan de beslissing van de hoofdofficier van justitie op de klacht, aangegeven dat hij zijn klacht niet mondeling wilde toelichten. In zoverre was gehandeld in overeenstemming met artikel 9:10 Awb en het vereiste van hoor en wederhoor en is de onderzochte gedraging behoorlijk. Verder overwoog de NO dat aan het eind van de brief waarin verzoeker van de beslissing op zijn klacht op de hoogte werd gesteld, verzoeker werd uitgenodigd om zijn klacht alsnog middels een hoorzitting mondeling toe te lichten. De NO achtte deze uitnodiging niet gepast nu verzoeker al op de hoogte werd gesteld van de beslissing op zijn klacht. Op dit punt merkte de NO nog het volgende op. De beslissing op de klacht hield niets in omtrent het achterwege blijven van een hoorzitting. In gevallen waarin ervan wordt afgezien een betrokkene in het kader van de klachtbehandeling te horen, verdient het aanbeveling indien dit bij de beslissing op de klacht wordt aangegeven, onder vermelding van de reden van het niet horen. Dit vormde aanleiding voor een aanbeveling in dit rapport.

De Minister van Justitie werd in overweging gegeven om te bevorderen dat wanneer bij de behandeling van klachten over het OM ervan wordt afgezien de klager in het kader van de klachtenbehandeling te horen, hiervan melding wordt gemaakt bij de beslissing op de klacht, onder vermelding van de reden van het niet - horen.

Overige klachtonderdelen:

* kopie verklaring verdachte;

* opmerkingen tijdens verhoor;

* wijzigingen in verklaring verdachte;

* andere component van het artikel 15 onderzoek = toetsing aan artikel 9:12 Awb;

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Aangegeven dat zoon verzoeker zeker debet was aan de vernieling, gezien verklaringen van eerste vier jongens; geen kopie van verklaring verzoekers zoon gegeven; geen wijziging in de verklaring aangebracht ondanks verzoek daartoe; .

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Aangegeven dat zaak zou worden afgehandeld volgens HALT-procedure; aangegeven dat schade door zeven personen betaald zou worden; .

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Geen informatie gegeven over verloop verdere procedure voor strafzaken tegen minderjarigen; tijdens verhoor onderuit gezakt gezeten.

Oordeel:

Geen oordeel

Instantie: Arrondissementsparket te Utrecht

Klacht:

Niet kunnen aangeven waarom verzoekers zoon is vervolgd en de andere betrokkenen niet; verzoeker niet gehoord in kader van zijn klacht;.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Arrondissementsparket te Utrecht

Klacht:

Persoonswisseling plaatsgevonden;.

Oordeel:

Geen oordeel

Instantie: Arrondissementsparket te Utrecht

Klacht:

In klachtafhandelingsbrief niet verwezen naar externe klachtvoorziening;.

Oordeel:

Gegrond