Verzoeker huurde sinds 1 oktober 2001 een perceel water van Domeinen. Per 1 januari 2005 stelde Domeinen verzoeker voor de huur te verhogen tot € 640 per jaar. Dit was een verhoging van 135%.
Verzoeker klaagde over de voorgestelde huurverhoging. Hij achtte de grootte daarvan irreëel.
De Nationale ombudsman overwoog dat van Domeinen, ook bij het onderhavige privaatrechtelijke optreden, verwacht had mogen worden dat hij het voorstel voor de nieuwe huur had onderbouwd en verzoeker had geïnformeerd over zijn beleid om de nieuwe huurprijzen marktconform vast te stellen.
Door dit niet te doen had Domeinen gehandeld in strijd met het motiveringsvereiste.
De onderzochte gedraging was in zoverre niet behoorlijk.
Voor zover verzoeker klaagde over de omvang van de voorgestelde huurverhoging verklaarde de Nationale ombudsman verzoeker niet-ontvankelijk in zijn klacht omdat hij onvoldoende belang meer had bij voortzetting van het onderzoek en een oordeel van de Nationale ombudsman op dit punt. Verzoeker had het huurcontract lopende het onderzoek van de Nationale ombudsman beëindigd.
