Rapport 2005/171
Verzoeker reed met zijn auto langs een geparkeerde auto toen hij met de rechterkant van zijn auto het openstaande linker achterportier van die geparkeerde auto raakte. De politie kwam ter plaatse en maakte een registratieset op.
Verzoeker klaagt erover dat de politie de toedracht van de aanrijding niet juist in de registratieset heeft vermeld.
De Nationale ombudsman overwoog dat verzoekers lezing van de toedracht afweek van hetgeen de politie in de registratieset had vermeld, en dat niet uit te sluiten viel dat verzoekers lezing juist was.
Ook overwoog de Nationale ombudsman dat de politie in de registratieset had vermeld dat verzoeker zich zodanig had gedragen dat gevaar op de weg was ontstaan, terwijl de feiten waarop deze stelling was gebaseerd niet als vaststaand konden worden aangenomen.
De Nationale ombudsman oordeelde dat de politie had gehandeld in strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid, doordat verzoekers lezing van de toedracht ten onrechte niet in de registratieset was opgenomen.
Ook oordeelde de Nationale ombudsman dat de politie had gehandeld in strijd met het verbod van vooringenomenheid, nu in de registratieset was vermeld dat verzoeker gevaar op de weg had veroorzaakt terwijl dit niet als vaststaand kon worden aangenomen.
De Nationale ombudsman gaf de beheerder van het regionale politiekorps Noord-Holland Noord in overweging in de registratieset alsnog verzoekers lezing van de toedracht van de aanrijding te vermelden. Ook werd in overweging gegeven uit de registratieset de volgende twee, op verzoeker betrekking hebbende zinnen te schrappen: "Hij had niet voortdurend zijn voertuig onder controle." en
"Betrokkene 1 heeft zich zodanig gedragen dat hierdoor gevaar op de weg werd veroorzaakt."