2005/155

Rapport

Verzoeker klaagde namens zijn echtgenote over de Koninklijke Marechaussee. De klacht hield in dat de Koninklijke Marechaussee niet hulpvaardig had gehandeld door zijn echtgenote niet toe te laten tot het Schengengebied, maar haar te dwingen om een nieuw ticket te komen voor haar eindbestemming Marokko. Zijn echtgenote wilde van Noord-Ierland, via Amsterdam en Madrid naar Marokko reizen. Daartoe reisde zij over Schengengrondgebied, en had zij een doorreisvisum nodig, op grond van bijlage 1 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies. Verzoeker was er niet van op de hoogte dat zijn echtgenote een doorreisvisum nodig had.

De Nationale ombudsman was van oordeel dat het vereiste van een correcte bejegening inhield dat bestuursorganen zich hulpvaardig opstelden. Aan verzoekers echtgenote was terecht de toegang tot het Schengengebied geweigerd, en de KMar had uit een oogpunt van hulpvaardigheid verzoekers echtgenote geadviseerd om haar vlucht om te boeken, in plaats van haar formeel de toegang te weigeren. De Nationale ombudsman achtte het echter niet juist dat hiervan in het geheel niets was vastgelegd, zodat niet kon worden vastgesteld of de betrokken ambtenaren bij het uitvoeren van hun wettelijke taak verzoekers echtgenote ook begripvol hadden bejegend. Verzoeker had echter niet aangegeven waarom de bejegening niet begripvol zou zijn geweest, zodat zijn mening dat geen begrip is getoond, niet werd gedeeld.

Verzoeker had er ook over geklaagd dat de KMar zijn echtgenote en baby de toegang tot de bagage had ontzegd, zodat zij niet bij de goederen kon die noodzakelijk waren voor de verzorging van het kind.

De Nationale ombudsman was van oordeel dat ook hier het vereiste van correcte bejegening van toepassing was. Van de KMar mocht in de gegeven situatie worden verwacht dat verzoekers echtgenote was verwezen naar de luchtvaartmaatschappij voor verdere hulp. Dit was volgens de minister ook gebeurd. In elk geval had ook de KMar uit een oogpunt van hulpvaardigheid de taak om te voorkomen dat een passagier door de verschillende regelingen in een hulpbehoevende situatie kwam te verkeren. Van een daadwerkelijk hulpbehoevende toestand was echter in dit geval niet gebleken.

De klacht was niet gegrond.

Instantie: Koninklijke Marechaussee

Klacht:

Verzoekers echtgenote de toegang tot het Schengengebied ontzegd omdat zij niet in bezit was van een Schengen-transitvisum en haar de toegang tot de bagage ontzegd.

Oordeel:

Niet gegrond