2005/124

Rapport

Verzoekster was op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam bij de Nederlandse ambassade te Ghana. Nadat bepaalde arbeidsvoorwaarden waren gewijzigd was er een conflict ontstaan tussen de ambassade en verzoekster, dat heeft geleid tot schorsing tot nader order met behoud van loon, en, nadat verzoekster had laten weten slechts onder haar voorwaarden akkoord te kunnen gaan met een voorstel van de zijde van de minister van Buitenlandse Zaken tot arbitrage, uiteindelijk tot haar ontslag dat definitief werd toen de minister verzoeksters bezwaar ongegrond verklaarde.

Verzoekster klaagde er onder meer over nadat zij niet in de gelegenheid was gesteld om haar belangen te verdedigen, nu de hoorzitting in het kader van haar bezwaar in Nederland ten departemente werd gehouden, en zij, gezien haar inkomen en gezinssituatie, niet in persoon naar Nederland kon komen om haar standpunt naar voren te brengen.

De Nationale ombudsman overwoog dat nu verzoekster wel was uitgenodigd maar in reactie op die uitnodiging had laten weten te willen afzien van de haar geboden mogelijkheid omdat zij de uitkomst van de hoorzitting wilde afwachten en geen verdere verklaringen wilde doen, er niet in strijd was gehandeld met het vereiste van hoor en wederhoor.

De Nationale ombudsman achtte de gedraging van de minister behoorlijk, nu geen sprake was geweest van schending van het beginsel van hoor en wederhoor

Overige klachtonderdelen:

- niet ingaan op voorstel schadevergoeding

- afwijzen voorwaarden arbitrage

Instantie: Minister van Buitenlandse Zaken

Klacht:

Handelwijze met betrekking tot arbeidsconflict met verzoekster: verzoekster niet in gelegenheid gesteld haar belangen te verdedigen nadat zij bezwaar maakte tegen de wijze van beëindiging contract, niet ingegaan op verzoeksters voorstel om schadevergoeding, maar arbitrage aangeboden; verzoeksters voorwaarden afgewezen met betrekking tot deze arbitrage.

Oordeel:

Niet gegrond