De kinderrechter stelde bij beschikking de minderjarige dochter van verzoeker voorlopig onder toezicht van de Stichting Jeugd en Gezin. Voorts verleende de kinderrechter een machtiging om de minderjarige dochter van verzoeker uit huis te plaatsen en te plaatsen in een voorziening van crisisopvang. Beide beschikkingen waren uitvoerbaar bij voorraad. In het kader van deze machtiging en voorzien van een door de officier van justitie afgegeven machtiging tot binnentreden, gingen politieambtenaren van het regionale politiekorps Kennemerland met medewerkers van de Stichting Jeugd en Gezin naar de woning van verzoeker. Op enig moment braken ambtenaren van het regionale politiekorps Kennemerland de voordeur van de woning open.
Verzoeker klaagde erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Kennemerland disproportionele schade hadden toegebracht aan de deur van zijn woning. Verzoeker stelde dat hij hierbij materiële schade had geleden. De Nationale ombudsman overwoog dat het binnentreden van een woning tegen de wil van de bewoner alleen is toegestaan in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald. Ingevolge artikel 812 en 813 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is het mogelijk een minderjarige zonodig met behulp van de sterke arm te doen afgeven aan degene wie de zorg wordt toevertrouwd. Artikel 813 Rv bepaalt dat het openbaar ministerie (lees de officier van justitie) zo nodig zijn medewerking verleent tot de afgifte van een minderjarige waarop artikel 812 Rv betrekking heeft. Op de gevallen waarin in dit kader tegen de wil van de bewoner een woning wordt binnengetreden is de Algemene Wet op het Binnentreden van toepassing (Awbi). De officier van justitie wijst politieambtenaren aan om zonder toestemming van de bewoner binnen te treden in de woning voor de tenuitvoerlegging van de beschikking. Op basis van artikel 8 van de Politiewet 1993 zijn politieambtenaren bevoegd geweld te gebruiken. Daarbij dienen zij de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht te nemen. Dit betekent dat geweld slechts mag worden aangewend indien het door het beoogde doel alleen daardoor kan worden bereikt en indien het belang van het doel het gebruik van geweld rechtvaardigt. Verder overwoog de Nationale ombudsman dat de ambtenaren al ongeveer 40 minuten bij de voordeur van de woning van verzoeker ter uitvoering van een rechterlijke beslissing aanwezig waren.. Er was een wettelijke basis voor de aanwezigheid van de ambtenaren bij de woning en zij verkeerden in de rechtmatige uitoefening van hun bediening toen zij de voordeur forceerden. Hierbij dienden zij de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht te nemen. Bij dit laatste punt, zijn de volgende omstandigheden van belang. Betrokken ambtenaren riepen verzoeker gedurende die 40 minuten meerdere malen aan zonder dat een reactie van verzoeker volgde en zij probeerden meerdere malen de voordeur open te krijgen. Het door de ambtenaren beoogde doel, namelijk binnentreden van de woning ter uitvoering van een rechterlijke beslissing, kon uiteindelijk alleen worden bereikt door de deur open te breken. Gezien die omstandigheden achtte de Nationale ombudsman het door betrokken ambtenaar aangewende geweld niet disproportioneel. De onderzochte gedraging was op dit punt behoorlijk.
Overige klachtonderdelen: Schadeclaim