2004/012

Rapport

1. Verzoeker klaagt erover dat Kwik-Fit Nederland B.V. heeft geweigerd de schade, door verzoeker begroot op € 1000, te vergoeden die is ontstaan als gevolg van het feit dat Kwik-Fit te Amsterdam op 28 januari 2003 zijn auto in het kader van de algemene periodieke keuring heeft gekeurd maar het resultaat van de keuring vervolgens niet heeft afgemeld bij de Dienst Wegverkeer, en daarvoor evenmin excuses heeft aangeboden.

2. Verzoeker klaagt er verder over dat de Dienst Wegverkeer onvoldoende actie heeft ondernomen naar aanleiding van zijn klacht van 4 februari 2003 over de hiervoor genoemde apk-keuring.

Beoordeling

I. Ten aanzien van Kwik-Fit Nederland B.V.

1. Op 28 januari 2003 bood verzoeker ten behoeve van de jaarlijkse algemeen periodieke keuring (apk-keuring) zijn auto ter keuring aan bij een filiaal te Amsterdam van Kwik-Fit Nederland B.V. (hierna: Kwik-Fit). Verzoeker betaalde op 28 januari 2003 € 36 voor de apk-keuring aan Kwik-Fit. Verzoeker ontving geen keuringsrapport. Uit onderzoek van de Dienst Wegverkeer (zie hierná, onder II.) bleek dat de betreffende keurmeester van Kwik-Fit de auto na de apk-keuring abusievelijk niet had afgemeld bij de Dienst Wegverkeer (RDW).

2. Bij brief van 19 maart 2003 verzocht verzoeker Kwik-Fit hem een schadevergoedingsbedrag ad € 1000 uit te keren. Hij baseerde zijn eis tot schadevergoeding op het feit dat Kwik-Fit het resultaat van de keuring niet had afgemeld bij de RDW. Volgens verzoeker sprak hieruit een minachting voor hem en had Kwik-Fit zijn vertrouwen in een apk-keuring misbruikt. Om die reden wilde verzoeker schadeloos gesteld worden.

Kwik-Fit wees verzoekers eis tot schadevergoeding bij brief van 1 april 2003 af.

3. Verzoeker klaagt er bij de Nationale ombudsman over dat Kwik-Fit niet is overgegaan tot vergoeding van schade ad € 1000, en evenmin excuses heeft aangeboden voor de omissie op 28 januari 2003.

4. Volgens vast beleid stelt de Nationale ombudsman zich ter zake van een afwijzing van een verzoek om schadevergoeding terughoudend op en merkt hij een weigering van een bestuursorgaan tot vergoeding van geleden schade alleen dán aan als een niet-behoorlijke gedraging, wanneer de aanspraak van de betrokkene, gezien de gronden waarop deze aanspraak berust, zo evident juist is dat het betrokken bestuursorgaan niet in redelijkheid tot zijn afwijzend besluit heeft kunnen komen (zie Achtergrond, onder 3.).

5. Uit de artikelen 43 en 44 van de Erkenningsregeling APK (zie Achtergrond, onder 2.) volgt dat de keurmeester na een apk-keuring het voertuig door middel van datacommunicatie bij de RDW dient af te melden. Verder volgt uit de genoemde artikelen dat van de keuring een rapport wordt opgemaakt, dat onverwijld aan de aanvrager moet worden afgegeven.

Het staat vast dat het voertuig van verzoeker na de keuring niet is afgemeld en er evenmin een keuringsrapport is opgemaakt. Daarmee heeft Kwik-Fit gehandeld in strijd met de bepalingen van de Erkenningsregeling APK.

6. Voor de beoordeling van dit klachtonderdeel is voorts het volgende van belang. Na de keuring op 28 januari 2003 heeft verzoeker met Kwik-Fit een afspraak gemaakt voor een nieuwe keuring; verzoekers auto zou op 6 februari 2003 worden gekeurd door een filiaal van Kwik-Fit in Zaandam. Deze apk-keuring zou op kosten van Kwik-Fit plaatsvinden.

In een brief van 29 januari 2003 liet verzoeker Kwik-Fit weten dat hij schade had opgelopen “in de zin van tijdsverlies door deze onredelijke behandeling” en dat hij excuus en een hernieuwde keuring in Zaandam eiste, “waarvoor hij reeds een afspraak had gemaakt”.

Verzoeker heeft de afspraak van 6 februari 2003 vervolgens afgezegd, om de redenen dat hij, zoals hij tijdens het onderzoek meedeelde, geen vertrouwen meer had in Kwik-Fit omdat hij geen excuus en geen schadevergoeding had gekregen voor het voorval op 28 januari 2003. Hij zou zich hierdoor gedwongen hebben gevoeld de afspraak voor 6 februari 2003 af te zeggen.

Kwik-Fit heeft verzoeker bij brief van 14 februari 2003 nogmaals de gelegenheid gegeven een nieuwe afspraak te maken voor een apk-keuring. Verzoeker is niet ingegaan op dit aanbod.

7. Kwik-Fit liet in reactie op het hier aan de orde zijnde klachtonderdeel weten dit niet gegrond te achten, nu Kwik-Fit tweemaal aan verzoeker de gelegenheid had geboden (op kosten van Kwik-Fit) opnieuw een apk-keuring te laten uitvoeren.

8. Uit verzoekers brief van 29 januari 2003 kan niet anders worden afgeleid dan dat het verzoeker zelf was die een hernieuwde keuring bij Kwik-Fit wenste. De dato 29 januari 2003 was deze nieuwe afspraak ook reeds gemaakt. Blijkbaar heeft verzoeker op een later moment bedacht dat hij geen afspraak wilde alvorens excuses en schadevergoeding te hebben gekregen. Dat doet er niet aan af dat van Kwik-Fit in redelijkheid niet méér kon worden verwacht dan het bieden van de mogelijkheid aan verzoeker om op kosten van Kwik-Fit een nieuwe apk-keuring te laten verrichten. Dit heeft Kwik-Fit gedaan.

9. Nu de apk-keuring feitelijk geen doorgang heeft gevonden, is het redelijk dat de door verzoeker betaalde € 36 voor de keuring op 28 januari 2003 wordt geretourneerd aan verzoeker. Uit de stukken blijkt niet dat verzoeker dit bedrag heeft teruggekregen.

De onderzochte gedraging is in zoverre niet behoorlijk.

Het voorgaande vormt aanleiding Kwik-Fit een aanbeveling te doen.

10. De onderbouwing door verzoeker van de rest van het schadebedrag ad € 1000 heeft Kwik-Fit in redelijkheid kunnen afwijzen, nu Kwik-Fit heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseis om in geval van een onjuist afgehandelde keuring een nieuwe keuring aan te bieden en voorts de door verzoeker aangehaalde argumenten in redelijkheid niet kunnen leiden tot een geldelijke vergoeding. Derhalve kan niet worden geoordeeld dat de aanspraak van verzoeker zo evident juist is dat Kwik-Fit niet in redelijkheid tot afwijzing van het verzoek van verzoeker om schadevergoeding heeft kunnen komen.

De onderzochte gedraging is in zoverre behoorlijk.

11. Nu kan worden vastgesteld dat Kwik-Fit de voorschriften van de Erkenningsregeling APK niet heeft nageleefd, had van dit bedrijf mogen worden verwacht dat het verzoeker zou hebben laten weten de gang van zaken te betreuren, ook al achtte het verzoekers eis tot schadevergoeding niet gegrond. Het laatste laat immers onverlet dat voorstelbaar en invoelbaar is dat het feit dat verzoeker nogmaals met zijn auto naar een garagebedrijf moest voor een apk-keuring, ongemakken heeft meegebracht. Een verontschuldiging daarvoor zou dan ook op zijn plaats zijn geweest.

In zoverre is de onderzochte gedraging niet behoorlijk.

Ook dit vormt aanleiding Kwik-Fit een aanbeveling te doen.

II. Ten aanzien van de Dienst Wegverkeer

1. Op 4 februari 2003 verzocht verzoeker de Dienst Wegverkeer (RDW) zijn klacht over de onjuist afgewikkelde apk-keuring bij Kwik-Fit in behandeling te nemen, omdat een keuringsapport almaar uitbleef.

Verzoeker klaagt er bij de Nationale ombudsman over dat de RDW daarop onvoldoende actie heeft ondernomen. Verzoeker verwijt de RDW onbehoorlijk bestuur en gebrek aan openheid van bestuur.

2. De RDW liet in reactie op dit klachtonderdeel onder meer weten dat de RDW naar aanleiding van de brief van verzoeker van 4 februari 2003, een onderzoek had ingesteld naar de gedraging van Kwik-Fit. Uit dit onderzoek was gebleken dat de reden voor het uitblijven van een keuringsrapport was gelegen in het feit dat de keurmeester de auto niet had afgemeld. De RDW is daarop, op basis van zijn in de artikelen 87 en 87a van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW94) neergelegde bevoegdheden (zie Achtergrond, onder 1.), een intrekkingprocedure gestart wegens het overtreden van de Erkenningsregeling APK. In het kader van de intrekkingprocedure zijn horingen verricht. Vervolgens heeft de RDW besloten van de bevoegdheid als bedoeld in de artikelen 87 en 87a WVW94 gebruik te maken. Dit heeft geresulteerd in een besluit waarbij een sanctie is opgelegd aan zowel de erkenninghouder als de betreffende keurmeester. Dit is bij brief van 5 maart 2003 aan verzoeker medegedeeld. De RDW gaf aan dat, nu de RDW jegens erkenninghouders en keurmeesters alleen kan optreden in het kader van de wettelijke toezichtstaak, adequaat en voldoende actie was ondernomen naar aanleiding van de klacht. De RDW achtte verzoekers klacht op dit punt derhalve niet gegrond.

3. De RDW heeft naast het verlenen van erkenningen om keuringsrapporten af te geven en het verlenen van de bevoegdheid om keuringen te verrichten, onder meer tot taak het houden van toezicht op het naleven van de verplichtingen die voortvloeien uit het hebben van een dergelijke erkenning dan wel bevoegdheid (artikel 4b WVW94, zie Achtergrond, onder 1.). De wet bepaalt welke instrumenten de RDW in een dergelijk geval ter beschikking staan: ingevolge de artikelen 87 en 87a WVW94 kan de RDW een erkenning en/of bevoegdheid intrekken, wijzigen of schorsen indien wordt gehandeld in strijd met uit de erkenning dan wel bevoegdheid voortvloeiende verplichtingen (zie Achtergrond, onder 1.). De artikelen 58 en 62 van de Erkenningsregeling APK bepalen voorts nog dat in geval van niet-naleving van de voorschriften, terstond wordt begonnen met een intrekkingprocedure (zie Achtergrond, onder 2.).

4. In de onderhavige zaak heeft de RDW, zodra deze dienst bekend werd met een mogelijke niet-naleving van voorschriften van de Erkenningsregeling APK, een onderzoek ingesteld. Op het moment dat bleek dat Kwik-Fit een voorschrift niet had nageleefd, is de RDW een intrekkingprocedure gestart. Zowel de keurmeester als het bedrijf Kwik-Fit zijn daarop gesanctioneerd. De RDW heeft daarmee voldaan aan zijn wettelijke verplichtingen. Er zijn geen omstandigheden op grond waarvan meer handelingen van de RDW hadden mogen worden verwacht dan die de RDW in dit geval heeft verricht.

De onderzochte gedraging is op dit punt behoorlijk.

Conclusie

De klacht over de onderzochte gedraging van Kwik-Fit Nederland B.V. is ten aanzien van de schadevergoedingseis gegrond tot een bedrag van € 36, en voor het overige niet gegrond; ten aanzien van het aanbieden van excuses is de klacht gegrond.

De klacht over de onderzochte gedraging van de Dienst Wegverkeer is niet gegrond.

Aanbeveling

Kwik-Fit Nederland B.V. wordt in overweging gegeven om, voor zover zulks nog niet is geschied, over te gaan tot betaling van € 36 aan verzoeker en hem excuses aan te bieden voor de onjuist afgehandelde keuring op 28 januari 2003.

Op 22 januari 2004 liet Kwik-Fit Nederland BV de Nationale ombudsman weten zijn overweging, zoals hierboven omschreven, over te nemen.

Onderzoek

Op 9 april 2003 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer W. te Wijdewormer, met een klacht over een gedraging van Kwik-Fit Nederland B.V. en over een gedraging van de Dienst Wegverkeer (RDW).

Naar deze gedragingen werd een onderzoek ingesteld.

In het kader van het onderzoek werd Kwik-Fit Nederland B.V. en de RDW verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben.

Vervolgens werd verzoeker in de gelegenheid gesteld op de verstrekte inlichtingen te reageren.

Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen.

Noch verzoeker noch Kwik-Fit Nederland B.V. noch de RDW gaf binnen de gestelde termijn een reactie.

Bevindingen

De bevindingen van het onderzoek luiden als volgt:

A. feiten

1. Op 28 januari 2003 liet verzoeker ten behoeve van de jaarlijkse algemeen periodieke keuring (apk-keuring) zijn auto keuren door Kwik-Fit te Amsterdam. Verzoeker betaalde voor de apk-keuring op 28 januari 2003 € 36 aan Kwik-Fit.

2. Bij brief van 29 januari 2003 wendde verzoeker zich tot Kwik-Fit Nederland B.V. en liet onder meer weten dat hij voor een apk-keuring had betaald zonder een keuringsrapport te hebben ontvangen. Verzoeker besloot de brief met de mededeling dat hij schade had opgelopen in de zin van tijdverlies door de onredelijke behandeling, en met het verzoek om een excuus en een hernieuwde keuring in Zaandam, waarvoor hij reeds een afspraak had gemaakt.

3. Verzoeker had een nieuwe afspraak gemaakt met Kwik-Fit: op 6 februari 2003 zou zijn auto opnieuw worden gekeurd. Verzoeker belde deze afspraak af.

4. Bij brief van 4 februari 2003 verzocht verzoeker de Dienst Wegverkeer (RDW) zijn klacht over Kwik-Fit in behandeling te nemen, omdat Kwik-Fit hem nog steeds geen keuringsrapport had doen toekomen.

5. Bij brief van 14 februari 2003 deelde Kwik-Fit Nederland B.V. verzoeker het volgende mee:

“…Wij hebben van de heer K., manager van ons filiaal aan de S.weg in Amsterdam, vernomen dat u uw auto op een ander Kwik-Fit filiaal alsnog zou laten keuren. Helaas hebben wij begrepen dat deze keuring nog niet heeft plaatsgevonden.

Omdat een APK-keuring alleen op afspraak wordt uitgevoerd, verzoeken wij u vriendelijk telefonisch contact op te nemen met de heer K. Hij is bereikbaar via telefoonnummer…”

6. Op 5 maart 2003 deelde de RDW verzoeker onder meer het volgende schriftelijk mee:

“Naar aanleiding van uw schriftelijke klacht dd. 4 februari 2003 m.b.t. een door u op 28 januari 2003 aangeboden voertuig (…) bij Kwik-Fit (…) is dezerzijds een onderzoek ingesteld. Bij dit onderzoek is gebleken dat zowel Kwik-Fit als de betreffende APK-keurmeester hebben nagelaten het resultaat van de keuring (afkeur) bij de RDW af te melden. Beide zijn hierop gesanctioneerd.”

7. Bij brief van 19 maart 2003 verzocht verzoeker Kwik-Fit Nederland B.V. zijn schade te vergoeden, die door hem was begroot op € 1000. Hij stelt daartoe in zijn brief onder meer:

“Aangezien er een wettelijke verplichting bestaat voor mij mijn auto te doen keuren is dit niet een vrije keus van mij maar word ik gedwongen mij tot u te wenden. Genoemd filiaal, de keurmeester en de klantenservice gaan mij vervolgens in goed overleg voor de gek houden, zij doen maar wat en zij zeggen maar wat (mijn brief d.d. 29/1/2003). En hier betaal ik ook nog voor. (...)

Er is gebleken dat bovengemelden hebben nagelaten het resultaat van de keuring (afkeur) bij de RDW af te melden. Hieruit spreekt een dedain voor de RDW en een minachting voor mij en mijn burgerplicht in de overtuiging dat door deze overmacht en intimidatie een reactie zal uitblijven. Uit bovenstaande vat ik samen dat u het vertrouwen van mij in de APK heeft misbruikt. Dit kan ik u kwalijk nemen. Daarom wil ik schadeloos gesteld worden.”

8. Kwik-Fit Nederland B.V. reageerde bij brief van 1 april 2003 op verzoekers brief van 19 maart 2003 onder meer als volgt:

“Zoals wij reeds vermeldden in ons schrijven van 14 februari jl. bent u de afspraak betreffende de APK-keuring niet nagekomen. Wij zien dan ook geen reden om over te gaan tot vergoeding van de door u geclaimde schade.

Wij beschouwen deze kwestie hiermee als afgesloten.”

B. Standpunt verzoeker

Het standpunt van verzoeker staat samengevat weergegeven onder Klacht.

C. Standpunt Kwik-fit nederland b.v.

Kwik-Fit Nederland B.V. reageerde bij brief van 15 mei 2003 onder meer als volgt op de klacht:

“Uit onze administratie blijkt dat er op ons filiaal aan de G.laan te Zaandam voor (verzoeker; N.o.) op 6 februari 2003 een afspraak gepland stond voor een APK-keuring. Deze zogenaamde “keuring na herstel” is door uw cliënt zelf gemaakt en later nog eens door onze medewerkers aan hem bevestigd. Deze keuring zou geschieden op kosten van Kwik-Fit.

Tot onze spijt is (verzoeker; N.o.) niet op deze afspraak verschenen. Wij hebben (verzoeker; N.o.) vervolgens een brief gestuurd met het verzoek contact op te nemen met een van onze medewerkers, de heer K., voor het maken van een nieuwe afspraak. Hierop hebben wij helaas geen reactie mogen ontvangen.

Wij betreuren de gehele gang van zaken ten zeerste, maar zien geen reden om over te gaan tot een schadeloosstelling omdat wij (verzoeker; N.o.) meerdere malen de mogelijkheid hebben geboden om zijn auto alsnog te keuren.”

D. standpunt dienst wegverkeer

Bij brief van 14 juli 2003 reageerde de RDW onder meer als volgt op verzoekers klacht:

“Naar aanleiding van de brief van verzoeker van 4 februari 2003, waarin verzoeker aangeeft geen keuringsrapport te hebben ontvangen van Kwik-Fit, terwijl wel een APK-keuring heeft plaatsgevonden en waarin hij verzoekt deze klacht verder in behandeling te nemen, heeft de RDW een onderzoek ingesteld naar de gedraging van de Kwik-Fit. Op grond van artikel 87 en 87a van de Wegenverkeerswet 1994 (zie Achtergrond, onder 1.; N.o.), heeft de RDW de bevoegdheid een erkenning en/of keuringsbevoegdheid in te trekken, indien de erkenninghouder en/of keurmeester zijn verplichtingen ingevolge de aan hem verleende erkenning en/of keuringsbevoegdheid niet nakomt. Naar aanleiding van het door de RDW verrichte onderzoek, is een intrekkingsprocedure gestart wegens het overtreden van de Erkenningsregeling APK. In het kader van de intrekkingsprocedure, zijn horingen verricht. Vervolgens heeft de RDW besloten van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 87 en 87a van de Wegenverkeerswet 1994, gebruik te maken. Dit heeft geresulteerd in een besluit waarbij een sanctie is opgelegd aan zowel de erkenninghouder als de betreffende keurmeester. Dit is bij brief van 5 maart 2003 (…) aan verzoeker medegedeeld. Nu de RDW jegens erkenningshouders en keurmeesters alleen kan optreden in het kader van de wettelijke toezichtstaak, is de RDW van mening dat adequaat en voldoende actie is ondernomen naar aanleiding van de klacht. Derhalve is naar mijn oordeel gelet op het vorengaande de huidige klacht dan ook ongegrond.”

e. reactie verzoeker

Bij brief van 6 augustus 2003 liet verzoeker in reactie op de hiervóór onder C. en D. weergegeven brieven van respectievelijk Kwik-Fit en de RDW onder meer het volgende weten:

“Het is niet reëel van Kwik-Fit om nog een keuring/bedreiging/belediging op onderscheidenlijk mijn auto en mijzelf uit te willen voeren. Zonder excuus en zonder schadeloosstelling aan mij. Aangezien de basis van een overeenkomst van de APK door Kwik-Fit het vertrouwen is dat bij mij door bovengemelde ontbreekt waardoor ik gedwongen werd de afspraak van 6/2/2003 met hen telefonisch af te zeggen. Hetgeen Kwik-Fit vergeet te melden.

De RDW verwijt ik onbehoorlijk bestuur en geen openheid van bestuur hetgeen wel onder hun verantwoordelijkheid valt.

Zij leunen zelfgenoegzaam achterover in hun stoel terwijl zij weten dat Kwik-Fit geconstateerde gebreken aan mijn Saab niet kunnen repareren wegens gebrek aan specifieke onderdelen en kennis - know-how. En daarom probeert dit keuringsfiliaal deze cliënten weg te jagen naar een andere garage die dit vervolgens ook doet. Totdat zij bij hun eigen automerk-garage zijn beland. (…)

De RDW vergeet mij nog steeds te melden welke sancties zij heeft opgelegd.

De RDW is daarom ook in gebreke.

(…)

Mijn schade kan ik moeiteloos specificeren indien nodig door opgelopen bekeuringen van ook al weer ambtenaren (politie) inzake geen geldige APK, inkomstenderving en ergernis voorlopig begroot op € 1000.”

Achtergrond

1. Wegenverkeerswet 1994

Artikel 4b, eerste lid, aanhef, en onder j en k:

"1. De Dienst Wegverkeer is belast met de volgende taken:

(...)

j. het verlenen van erkenningen als bedoeld in de artikelen (…) 83 (…), en het verlenen van de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen als bedoeld in artikel 85a alsmede het schorsen, wijzigen en intrekken van erkenningen en van de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen,

k. het houden van toezicht op de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit de in onderdeel j bedoelde erkenningen en van de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen."

Artikel 83, eerste lid:

"1. De Dienst Wegverkeer kan aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon een erkenning verlenen waardoor deze gerechtigd is keuringsrapporten af te geven voor motorrijtuigen en aanhangwagens, waarvoor artikel 72 geldt, met uitzondering van bussen als bedoeld in de Wet personenvervoer 2000."

Artikel 85a, eerste lid:

"1. De Dienst Wegverkeer kan aan een natuurlijke persoon de bevoegdheid verlenen motorrijtuigen en aanhangwagens, waarvoor artikel 72 geldt, met uitzondering van bussen als bedoeld in de Wet personenvervoer, aan een keuring te onderwerpen. Ten bewijze van deze bevoegdheid verstrekt de Dienst Wegverkeer de betrokken persoon een bevoegdheidspas."

Artikel 87, tweede lid, aanhef en onder f, en derde lid:

“2. De Dienst Wegverkeer kan een erkenning intrekken of wijzigen indien degene aan wie de erkenning is verleend:

(…)

f. handelt in strijd met een of meer andere uit de erkenning voortvloeiende verplichtingen.

3. De Dienst Wegverkeer kan in de gevallen, bedoeld in het tweede lid, onderdelen (…) f, een erkenning schorsen voor een door hem daarbij vast te stellen termijn die ten hoogste twaalf weken bedraagt.”

Artikel 87a, tweede lid, aanhef en onder c, en derde lid:

“2. De Dienst Wegverkeer kan de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen intrekken of de daaraan verbonden voorschriften wijzigen, indien degene aan wie die bevoegdheid is verleend:

(…)

c. handelt in strijd met een of meer andere uit de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen voortvloeiende verplichtingen.

3. De Dienst Wegverkeer kan in de gevallen, bedoeld in het tweede lid, onderdelen (…) c, de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen schorsen voor een door deze dienst daarbij vast te stellen termijn die ten hoogste twaalf weken bedraagt.”

2. Erkenningsregeling APK

Artikel 43, eerste en vijfde lid:

“1. Na afloop van elke keuring wordt het keuringsrapport volledig ingevuld zodanig dat dit ook zichtbaar is op de doorslag. Het keuringsrapport wordt ondertekend door de keurmeester die het voertuig aan de keuring heeft onderworpen.

(…)

5. Indien een voertuig niet aan de keuringseisen blijkt te voldoen, wordt op het keuringsrapport aangegeven dat het voertuig is afgekeurd en worden de afkeurpunten vermeld en, indien van toepassing, de adviespunten en de reparatiepunten vermeld.”

Artikel 44, eerste tot en met derde lid, aanhef, en zesde lid:

"1. Het bepaalde in het tweede tot en met vijfde lid wordt in acht genomen alvorens het keuringsrapport aan de aanvrager wordt afgegeven.

2. Alvorens tot het afmelden van een voertuig als bedoeld in het derde lid wordt overgegaan, wordt door de keurmeester die het voertuig afmeldt nagegaan of de keuring heeft plaatsgevonden alsmede of aan de verplichtingen in artikel 43 is voldaan.

3. Het voertuig wordt door middel van datacommunicatie bij de Dienst Wegverkeer afgemeld.

(…)

6. Het keuringsrapport wordt onverwijld aan de aanvrager afgegeven indien het voertuig niet aan een steekproef wordt onderworpen."

Artikel 58:

“Indien door de erkenninghouder de in de artikelen 43 en 44 neergelegde verplichtingen, de in artikel 45, tweede, vierde en vijfde lid, opgenomen voorschriften, dan wel het bepaalde in artikel 48, eerste lid, laatste volzin, niet worden nageleefd, wordt terstond begonnen met een procedure voor intrekking van de erkenning.”

Artikel 62:

“Indien door de keurmeester de in de artikelen 39 tot en met 46 neergelegde verplichtingen of voorschriften niet worden nageleefd, wordt terstond begonnen met een procedure voor intrekking van de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen.”

3. Schadevergoeding

In het geval van een klacht over een besluit van een bestuursorgaan tot afwijzing van een verzoek om schadevergoeding dat kan worden onderworpen aan het oordeel van de bestuursrechter is de Nationale ombudsman niet bevoegd.

Staat bij zo'n klacht de weg naar de bestuursrechter niet open, zodat de Nationale ombudsman ter zake wel bevoegd is, dan stelt de Nationale ombudsman zich terughoudend op. In zo'n geval is immers de burgerlijke rechter de instantie die bij uitsluiting bevoegd is om bindend te beslissen over de vraag of, op grond van bepalingen van burgerlijk recht, het betrokken bestuursorgaan is gehouden om de gestelde schade te vergoeden.

Alleen wanneer in zo'n geval naar het oordeel van de Nationale ombudsman de aanspraak van betrokkene op schadevergoeding, gezien de gronden waarop deze aanspraak berust, zo evident juist is dat het betrokken bestuursorgaan niet in redelijkheid tot zijn afwijzende besluit heeft kunnen komen, wordt dat besluit tot weigering van de gevraagde schadevergoeding aangemerkt als een niet-behoorlijke gedraging.

In de overige gevallen gaat de Nationale ombudsman ervan uit dat het in beginsel vrijstaat aan het betrokken bestuursorgaan om te betwisten dat het gehouden is tot het vergoeden van de gestelde schade, en om zich in verband daarmee op het standpunt te stellen dat de vraag naar die gehoudenheid - eventueel - moet worden beantwoord door de burgerlijke rechter. In die gevallen zal er voor de Nationale ombudsman geen reden zijn om het besluit tot weigering van de schadevergoeding aan te merken als een niet-behoorlijke gedraging.

Instantie: Kwik-Fit Nederland B.V.

Klacht:

Geweigerd schade van € 1000 te vergoeden die is ontstaan als gevolg van het feit dat Kwik-Fit verzoekers auto in het kader van de APK heeft gekeurd maar het resultaat van de keuring niet heeft afgemeld bij de Dienst Wegverkeer;.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Kwik-Fit Nederland B.V.

Klacht:

Geweigerd deel van schade te vergoeden en geen excuses aangeboden.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Dienst Wegverkeer

Klacht:

Onvoldoende actie ondernomen n.a.v. klacht over hiervoor genoemde apk-keuring.

Oordeel:

Niet gegrond