1998/512

Rapport
Op 6 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer G. te Meeuwen-Gruitrode (voorheen: Lanaken) te Belgi , met een klacht over een gedraging van Gak Nederland BV, kantoor Maastricht. Naar deze gedraging, die wordt aangemerkt als een gedraging van het Landelijk instituut sociale verzekeringen te Amsterdam, werd een onderzoek ingesteld. Op grond van de door verzoeker verstrekte gegevens werd de klacht als volgt geformuleerd:Bij vonnis van 20 december 1995, van kracht geworden op 1 augustus 1996, heeft de Duitse rechter beslist dat verzoeker een zogenaamde 'Versorgungsausgleich', oftewel alimentatie, ad DM 580,92 per maand is verschuldigd aan zijn ex-echtgenote. Op 30 september 1997 verleende de ex-echtgenote aan Gak Nederland BV, kantoor Maastricht, een machtiging tot het verstrekken van inlichtingen aan verzoeker omtrent de WAO-uitkering die zij van het Gak ontvangt. Bij brief van 5 november 1997, door het Gak ontvangen op 7 november 1997, trok de ex-echtgenote deze machtiging in. Verzoeker klaagt er over dat:1.       de brief die het Gak op 3 oktober 1997 aan de advocaat van zijn ex-echtgenote heeft geschreven in tegenspraak is met de inlichtingen die het Gak op basis van deze machtiging mondeling op 6 oktober 1997 en schriftelijk bij brief van 7 oktober 1997 aan verzoeker heeft verstrekt. Volgens verzoeker is onduidelijk of, en zo ja in verband waarmee en sinds wanneer, er een korting plaats vindt op deze uitkering; 2.       het Gak weigert om in te gaan op de vragen die hij heeft gesteld over de inlichtingen die het Gak hem heeft verstrekt.

Achtergrond

Zie BIJLAGE.

Onderzoek

In het kader van het onderzoek werd het Landelijk instituut sociale verzekeringen verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben. Vervolgens werd verzoeker in de gelegenheid gesteld op de verstrekte inlichtingen te reageren.

Tevens werd het Lisv een aantal specifieke vragen gesteld. Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen. De reactie van verzoeker gaf geen aanleiding het verslag te wijzigen of aan te vullen. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen gaf binnen de gestelde termijn geen reactie.

Bevindingen

De bevindingen van het onderzoek luiden als volgt:A. De feiten1. Bij een vonnis van 20 december 1995, van kracht geworden op 1 augustus 1997, bepaalde de Duitse rechter dat verzoeker een zogenaamde 'Versorgungsausgleich', oftewel alimentatie, ad DM 580,92 per maand moest betalen aan zijn ex-echtgenote. Dit bedrag werd in mindering gebracht op een invaliditeitsuitkering die verzoeker krachtens Duitse regelgeving ontving. De ex-echtgenote van verzoeker ontving naast een Duitse invaliditeitsuitkering tevens van Gak Nederland BV, kantoor Maastricht (verder: het Gak), een arbeidsongeschiktheidsuitkering.2. Op 19 maart 1997 ontving het Gak de volgende brief van verzoeker:"...Naar aanleiding dat ik van de LVA Rheinprovinz D sseldorf Duitsland een ouderdomsrenten, uitkering heb (...) waarvan 580,92 DM per maand wordt overgemaakt op het Verzekeringskonto van mijn ex-vrouw, had ik graag een algemene inlichting van u, worden de ouderdomsrenten gekort op een WAO–uitkering?..." Het Gak antwoordde verzoeker bij brief van 27 maart 1997 als volgt:"...Zoals u (...) weet, dient op de aaw- en/of wao-uitkering een korting te worden toegepast indien de verzekerde (c.q. uitkeringsgerechtigde) terzake de door hem/haar in het buitenland gewerkte periodes een uitkering ontvangt ingevolge de sociale verzekeringswetgeving van een andere mogendheid. Uitkeringen die een afgeleid recht van het recht van een andere uitkeringsgerechtigde betreffen, zijn echter niet onderworpen aan de hierboven vermelde kortingsregelingen..."3. In het kader van een voor de (Nederlandse) rechtbank gevolgde

procedure verschafte de ex-echtgenote van verzoeker hem op 1 oktober 1997 de volgende machtiging, omdat er tussen hen een geschil bestond over de vraag of de WAO-uitkering die verzoekers ex-echtgenote ontving, al dan niet werd gekort met het bedrag van de alimentatie die verzoeker betaalde:"...Ondergetekende (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) (...) machtigt hierbij (verzoeker; N.o.) (ex-echtgenoot), (...) bij het GAK Nederland BV Kantoor Maastricht, alsmede bij de Stichting Bureau voor Duitse Zaken te Nijmegen, informatie in te winnen c.q. te verifi ren of/dat de zogeheten Duitse rente van (de ex-echtgenote; N.o.) wordt verrekend/in mindering wordt gebracht op haar WAO-uitkering..."4. Verzoeker vroeg het Gak op 6 oktober 1997 met gebruikmaking van deze machtiging inlichtingen over de arbeidsongeschiktheidsuitkering die zijn ex-echtgenote van het Gak ontving. Een medewerker van het Gak vertelde verzoeker dat op de arbeidsongeschiktheidsuitkering van zijn ex-echtgenote geen korting plaatsvond met het bedrag aan alimentatie dat hij haar maandelijks betaalde. Het Gak bevestigde dit op 7 oktober 1997 schriftelijk:"...Op de wao uitkering die bovenvermelde verzekerde (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) ontvangt wordt vanaf 1 april haar Duitse invaliditeitsrente in mindering gebracht. De Versorgungsausgleich(srente) die zij volgens u ook zou ontvangen wordt niet gekort op haar wao uitkering. De uitbetaling van deze rente(s) geschiedt door Bureau voor Duitse Zaken te Nijmegen..."5. In een brief van 3 oktober 1997, die aan verzoeker ter kennis was gekomen, had het Gak aan de advocaat van verzoekers ex-echtgenote geschreven:"...Op de wao uitkering die bovenvermelde verzekerde (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) ontvangt wordt de Duitse rente vanaf 1 april 1996 in mindering gebracht..." Verzoeker nam vervolgens contact op met het zogenaamde 'Landesversicherungsanstalt Westfalen' (verder: het LVA Westfalen), de Duitse uitkeringsinstantie van de uitkering van verzoekers ex-echtgenote. Het LVA Westfalen berichtte verzoeker bij brief van 30 oktober 1997:"...Mit Datum vom 22.10.97 haben wir dem GAK Maastricht schriftlich mitgeteilt, welcher Teil der deutschen Rente Ihrer geschiedenen Frau auf Versorgungsausgleich beruht. Unseres Erachtens m te das GAK seine Entscheidung bez glich der

K rzung der niederl ndischen WAO-Leistung von (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) zur cknehmen, da der Teil der deutschen Rente, der auf Versorgungsausgleich beruht nicht als Einkommen angerechnet werden darf..."6. Bij brief van 5 november 1997, door het Gak ontvangen op 7 november 1997, trok de ex-echtgenote haar machtiging in:"...Hiermit ziehe ich ab sofort, die von mir am 1.10.97 unterzeichnete Vollmacht am (verzoeker; N.o.) zwecks Ausk nfteinholung meiner Rentenangelegenheit zur ck..."7. Bij brief van 12 november 1997 schreef verzoeker het Gak het volgende:"…Naar aanleiding dat u me d.d. 7 oktober 1997 schriftelijk hebt laten weten dat de Versorgungsausgleich niet gekort wordt op (...) de WAO-uitkering van (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.). Daar ik op 6 november 1997 bericht heb ontvangen van de LVA Westfalen dat u wel de Versorgungsausgleich in mindering brengt op (de uitkering van de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.), heb ik op 6 november 1997 persoonlijk contact met u opgenomen hierover. Ons gesprek heeft ertoe geleid dat (...) als blijkt dat de Versorgungsausgleich ten onrechte is gekort op (...) de WAO-uitkering (van de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.), zij dit bedrag vanaf 1 augustus 1996 met terugwerkende kracht aan (de ex-echtgenote; N.o.) terugbetaalt. Op 11 november 1997 ben ik op het kantoor van het GAK geweest om informatie in te winnen en een schriftelijk bewijs te krijgen over de terugbetaling van de Versorgungsausgleich. Toen heeft een collega van u gezegd dat ze geen informatie meer aan mij mogen geven, daar (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) de machtiging op 6 november 1997 heeft ingetrokken. (...) ik had graag een schriftelijke bevestiging van dat gesprek van 6 november 1997..."8. Het Gak schreef verzoeker op 14 november 1997:"...In uw brief (een brief van verzoeker aan het Gak van 11 november 1997; N.o.) verzoekt u ons mede te delen wat er gebeurt met de ten onrechte op de WAO-uitkering van uw ex-echtgenote (...) gekorte Versorgungsausgleich. U verzoekt ons aan te geven of met terugwerkende kracht aan uw ex-echtgenote wordt nabetaald. Met betrekking tot uw vraag merken wij op dat ingevolge artikel 98 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (OSV 1997) een ieder die is betrokken bij de uitvoering van wetten door onder meer Gak Nederland bv en daarbij de beschikking krijgt over gegevens, waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, verplicht is tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem, tot mededeling verplicht, uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit, dan wel bij of krachtens deze wet (de OSV 1997) gestelde regels hem mededeling toestaan. Wij merken op dat de gegevens betreffende de uitkering van (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) naar ons oordeel een vertrouwelijk karakter dragen. Dat vertrouwelijk karakter blijkt ook uit het feit dat (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) de door haar op 1 oktober 1997 aan ons gegeven machtiging op grond waarvan wij aan u bepaalde inlichtingen mochten verstrekken op 5 november 1997 heeft ingetrokken. Naar ons oordeel is er geen wettelijk voorschrift dat ons verplicht tot mededeling. Evenmin vloeit naar ons oordeel de noodzaak tot mededeling uit onze taak voort. Tenslotte zijn er naar ons oordeel geen bij of krachtens de OSV 1997 gestelde regels die ons mededeling toestaan. Het bovenstaande in aanmerking nemend geldt voor ons ten aanzien van de uitkering van (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) de verplichting tot geheimhouding. De door u gevraagde informatie kunnen c.q. mogen wij u niet verstrekken…"9. Bij brief van 18 november 1997 beantwoordde het Gak verzoekers brief van 12 november 1997:"...In dit onderhoud (van 6 november 1997; N.o.) werden aan u bepaalde inlichtingen verstrekt inzake de wao-uitkering van uw ex-echtgenote (...). Deze informatie kreeg u onder goedkeuring van (de ex-echtgenote; N.o.). Inmiddels heeft de (ex-echtgenote; N.o.) de aan ons gegeven machtiging voor het verstrekken van inlichtingen omtrent haar wao-uitkering ingetrokken. Een en ander werd aan u nader toegelicht in ons schrijven dd. 14-11-1997..."10. Bij brief van 19 december 1997 berichtte het Gak verzoeker, ter bevestiging van een telefoongesprek dat verzoeker op 18 december 1997 met een medewerker van het Gak had gevoerd:"...Als er sprake is van "Versorgungsausgleich" dan kort het Gak dit niet op een arbeidsongeschiktheidsuitkering.

Als er ten onrechte bij een "Versorgungsausgleich" wel een korting op een arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft plaatsgevonden, dan zal deze korting ongedaan worden gemaakt en worden verrekend..."11. Verzoeker schreef het Gak in reactie op diens brief van 18 november 1997, op 27 december 1997 opnieuw, waarbij hij wederom vroeg of de uitkering van de ex-echtgenote van verzoeker nu wel of niet werd gekort met het bedrag dat hij zijn ex-echtgenote aan alimentatie schuldig was. Het Gak op zijn beurt deelde verzoeker bij brief van 31 december 1997 onder verwijzing naar zijn brieven van 14 en 18 november 1997 opnieuw mee niet aan dit verzoek te zullen voldoen, aangezien het de WAO-uitkering van zijn ex-echtgenote betrof en de ex-echtgenote de machtiging tot het verstrekken van inlichtingen over haar WAO–uitkering volledig had ingetrokken.12. Bij brief van 8 januari 1998 schreef verzoeker het Gak:"...Naar bevestiging van de Landesversicherungsanstalt Westfalen Duitsland is er duidelijk sprake van dat mijn Versorgungsausgleich vanaf 1 augustus 1996 tot en met 30 september 1997 ten onrechte een korting heeft plaatsgevonden op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Mijn vraag aan u: is deze korting ongedaan gemaakt of verrekend in de periode vanaf 1 augustus 1996 tot en met 30 september 1997. Het gaat (...) hier over mijn eigen rente en de Versorgungsausgleich die mij iedere maand in mindering wordt gebracht op mijn Duitse (...) pensioen..."13. Het Gak reageerde bij brief van 21 januari 1998 op de brief die verzoeker op 8 januari 1998 had geschreven:"...Op uw vraag of een korting ongedaan is gemaakt of verrekend in de periode vanaf 1 augustus 1996 tot en met 30 september 1997, kan ik geen antwoord geven. Deze gegevens hebben betrekking op de uitkering van uw ex-echtgenote. Zoals u weet heeft uw ex-echtgenote de machtiging ingetrokken, zodat wij u geen informatie meer kunnen geven. Als wij beschikken over een nieuwe machtiging, kunnen wij uw vraag beantwoorden. Zoals ik u reeds mondeling meedeelde, kan ik u geen verdere gegevens verstrekken daar wij gebonden zijn aan de privacy-wetgeving…"14. Verzoeker reageerde bij brief van 26 januari 1998 op de brief van het Gak van 19 december 1997:

"...U laat me weten in uw schrijven van boven genoemde datum, "Als er sprake is van "Versorgungsausgleich" dan kort het GAK het niet op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Maar Uw kantoor heeft dit wel gedaan vanaf 1 augustus 1996 ten onrechte een "Versorgungsausgleich" in mindering gebracht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. (...) Mijn vraag aan u, wanneer is deze korting ongedaan gemaakt of verrekend. De Versorgungsausgleich van 580,92 DM is een rechterlijke uitspraak. Daar komt nog eens bij dat het Duitse recht van toepassing is voor mij. Daar ik alleen gegevens over mijn eigen rente wil hebben, die door een Rechtbank zijn vastgelegd, vervalt de privacy-wetgeving. Deze gegevens hebben betrekking op mijn Duitse ouderdomspensioen en niet anders…" Hierop antwoordde het Gak verzoeker bij brief van 30 januari 1998:"...Uw specifieke vraag om aan te geven wanneer een korting ongedaan is gemaakt op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, heeft betrekking op de uitkering van uw ex-echtgenote. Aangezien uw ex-echtgenote de machtiging om informatie te verstrekken heeft ingetrokken, kunnen wij uw vraag niet beantwoorden..." Verzoeker reageerde op 2 februari 1998 op deze brief:"...U schrijft de specifieke vraag die ik aangeef wanneer een korting ongedaan is gemaakt op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, heeft betrekking op de uitkering van mijn ex-echtgenote. Maar u vergeet dat het het GAK is die deze fout heeft gemaakt, door vanaf 1 augustus 1996 de Versorgungsausgleich ter korting toe te passen op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Ik denk toch niet dat ik de dupe moet zijn als het GAK Maastricht een grote fout maakt (...). U beroept zich (er op; N.o.) dat de ex-echtgenote de machtiging om informatie (...) te verstrekken heeft ingetrokken (...). De ex-echtgenote heeft de machtiging op 6 november 1997 ingetrokken. (...)

(...) ik heb het over een tijd dat ik een geldige machtiging had om informatie in te winnen van d.d. 6 oktober 1997. En toen heeft het GAK mij valse inlichtingen gegeven. En daar zou ik graag een duidelijk antwoord op (ontvangen; N.o.)..."15. Het LVA Westfalen deelde verzoeker bij brief van 9 februari 1998 het volgende mee:"...Wir haben dem GAK Maastricht mit Schreiben vom 18.10.96 unseren Bescheid vom 11.10.96 bersandt. Aus der Anlage 5 dieses Bescheides ging hervor, da ein Versorgungsausgleich durchgef hrt wurde. Dies wurde beim GAK wohl versehentlich bersehen. Nachdem uns bekannt wurde, da das GAK einen zu hohen Betrag anrechnet, haben wir dem GAK unsere Berechnung mit Schreiben vom 22.10.97 nochmals ausf hrlich erl utert..."16. Het Gak reageerde bij brief van 11 februari 1998 op verzoekers brief van 2 februari 1998:"...Naar aanleiding van uw brief d.d. 2 februari 1998, waarin u wederom vraagt om ge nformeerd te worden over de uitkering van uw ex-echtgenote, kan ik u wederom alleen maar aangeven dat deze informatie niet verstrekt kan worden. Wij beschikken niet over een machtiging van uw ex-echtgenote om deze informatie aan u te verstrekken. U geeft aan dat u valse inlichtingen heeft gekregen van (de genoemde medewerker van het Gak; N.o.) op 6 oktober 1997. Ik wil u erop wijzen dat (de genoemde medewerker van het Gak; N.o.) u ons inziens nooit valse informatie heeft verstrekt. Alle aan u verstrekte informatie was gebaseerd op de stand van zaken op dat ogenblik, dat wil zeggen gebaseerd op de tot dan toe bij het Gak bekende informatie. Ik hoop dat nu hiermee deze zaak is afgesloten..."17. Verzoeker schreef het Gak bij brief van 18 februari 1998:"...En u wil me erop wijzen dat (de medewerker van het Gak; N.o.) mij of u nooit valse informatie heeft verstrekt. Alle aan mij verstrekte informatie was gebaseerd op de stand van zaken op dat ogenblik, dat wil zeggen gebaseerd op de tot dan toe bij het GAK bekende informatie. Maar dat is niet gebeurd. Waarom zegt (de medewerker van het Gak; N.o.) de Versorgungsausgleich is mij niet bekend terwijl het GAK al vanaf oktober

1996 op de hoogte is gebracht van de Versorgungsausgleich. Ik hoop dan ook eens een duidelijk antwoord hier op te krijgen want ik heb me niet in zo'n situatie gebracht maar het GAK zelf en daar houdt u geen rekening mee. En ik denk toch wel als u ten onrechte mijn Versorgungsausgleich claimt (dat ik; N.o.) recht heb te weten wanneer dat ten onrechte geclaimd Versorgungsausgleich ongedaan is gemaakt of verrekend..." Hierop antwoordde het Gak bij brief van 20 februari 1998:"...Reeds meerdere malen heeft u mondeling dan wel schriftelijk antwoord gekregen op uw vagen. U blijft steeds dezelfde vraag stellen. Nogmaals wil ik voor alle duidelijkheid stellen dat wij geen inhoudelijk antwoord kunnen geven op uw vraag over de Versorgungsausgleich. Het betreft een vraag die betrekking heeft op de uitkering van uw ex-echtgenote. Hierover mogen wij u geen mededeling doen. Pas op het moment als u weer een machtiging heeft, kunnen wij uw vraag, beantwoorden. Ik neem aan, dat hiermee deze zaak is afgedaan..." Naar aanleiding hiervan schreef verzoeker het Gak op 20 februari 1998 opnieuw, waarin hij wederom op de kwestie inging. Het Gak reageerde hierop bij brief van 5 maart 1998 als volgt:"...Aan u is reeds diverse malen kenbaar gemaakt dat de door u gevraagde informatie niet verstrekt kan worden. (...) De informatie die u wenst, heeft betrekking op de uitkering van uw ex-echtgenote. Zolang wij niet gemachtigd zijn door uw ex-echtgenote om deze informatie te verstrekken, kunt u hierover niet beschikken. Inmiddels lijkt verdere briefwisseling niet meer zinvol, daar uitsluitend dezelfde vragen herhaald worden, waarop u van ons geen antwoord kunt krijgen, zonder machtiging van uw ex-echtgenote..."B. Het standpunt van verzoekerVoor het standpunt van verzoeker wordt verwezen naar de klachtsamenvatting onder

Klacht

en naar zijn onder A. De feiten vermelde brieven.C. Het standpunt van het Landelijk instituut sociale verzekeringen1. De Nationale ombudsman stelde het Landelijk instituut sociale verzekeringen (verder: het Lisv) in het kader van het ingestelde

onderzoek een aantal vragen:"...1. Uit n van de stukken die verzoeker de Nationale ombudsman heeft toegezonden, een brief van het LVA Westfalen van 9 februari 1998, blijkt dat het LVA het Gak bij brief van 18 oktober 1996 zijn beslissing van 11 oktober 1996 heeft doen toekomen, waaruit onder meer bleek dat verzoeker een alimentatieplicht was opgelegd. Heeft het Gak deze kennisgeving van het LVA verwerkt? Zo nee, waarom niet? ZO ja, op welke wijze is dit gebeurd?2. Hoe heeft het Gak gereageerd op de brief van het LVA van 22 oktober 1997? (...)6. Als blijkt dat de door het Gak bij brief van 3 oktober 1997, respectievelijk op 6 oktober 1997 mondeling verstrekte inlichtingen (...) met elkaar in tegenspraak zijn, kunt u dan aangeven welke inlichtingen de juiste zijn?7. Bent u bij nader inzien niet van mening dat een beroep op de privacyregelgeving in casu niet aan de orde kan zijn, nu er geen sprake is van een verzoek om inlichtingen zonder dat een geldige machtiging aanwezig is, maar van het stellen van vragen naar aanleiding van en over inlichtingen die zijn verschaft op basis van een geldige machtiging, die evenwel vragen bij verzoeker hebben opgeroepen?"2. Het Lisv reageerde op de klacht door te verwijzen naar een bijgevoegde brief van het Gak, waarmee het zich inhoudelijk akkoord verklaarde. Het Gak stelde in zijn brief het volgende:"...1. Op 18 oktober 1996 ontvangt GAK Maastricht de beslissing van de "Landesversicherungsanstalt Westfalen" gedateerd 11 oktober 1996, waarin aan (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) een Duitse rente wordt toegekend. In deze beslissing staat vermeld dat er een rente wegens "Erwerbsunf higkeit" is toegekend. Per brief van 1 november 1996 is deze beslissing aan (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) (...) medegedeeld. Aangezien volgens de beslissing sprake is van een rente wegens "Erwerbsunf higkeit" wordt aan (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) meegedeeld dat deze rente in mindering wordt gebracht op haar WAO-uitkering.2. Met de brief van de Landesversicherungsanstalt Westfalen van 22 oktober 1997 wordt aan GAK Maastricht medegedeeld dat de aan (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) toekomende rente voor een gedeelte uit de zogenaamde "Versorgungsausgleich" bestond.

Deze mededeling is door de Landesversicherungsanstalt Westfalen per brief van 30 oktober 1997 aan (verzoeker; N.o.) medegedeeld. De afwerking van de mededeling van het LVA door GAK Maastricht is per brief van 9 januari 1998 aan (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) medegedeeld. (...)6. In de beslissing van de "Landesversicherungsanstalt Westfalen" d.d. 11 oktober 1996 wordt aangegeven dat aan (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) een "Erwerbsunf higkeits-rente" is toegekend. Op basis van deze informatie is per brief van 3 oktober 1997 aan de advocaat (van de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.) medegedeeld dat de Duitse rente in mindering wordt gebracht op de WAO-uitkering van (de ex-echtgenote van verzoeker; N.o.). Per brief van 7 oktober 1997 wordt aan (verzoeker; N.o.) medegedeeld dat de Duitse rente in mindering wordt gebracht op de WAO-uitkering. Op dat ogenblik was nog niet duidelijk dat de Duitse rente voor een deel bestond uit de zgn "Versorgungsausgleich". De mededeling over de Versorgungsausgleich is pas per brief van 22 oktober 1997 door de Landesversicherungsanstalt medegedeeld. Zodoende is op 7 oktober 1997 aangegeven dat er geen korting plaatsvond van de Versorgungsausgleich. GAK Maastricht was niet op de hoogte van het feit dat Versorgungsausgleich werd betaald. Beide brieven, van 3 en 7 oktober 1997 zijn dan ook correct.7. De door (verzoeker; N.o.) gevraagde inlichtingen hebben betrekking op de uitkeringssituatie van zijn ex-echtgenote (...). (De ex-echtgenote; N.o.) heeft per brief van 5 november 1997 aangegeven dat geen inlichtingen meer verstrekt mogen worden over haar uitkering aan (verzoeker; N.o.). Derhalve blijven wij van mening dat in deze casus de privacy-regelgeving van toepassing blijft..."3. Als bijlage bij zijn reactie voegde het Gak onder meer een kopie van de beslissing van 11 oktober 1996 met bijlagen van het LVA Westfalen over de uitkering van de ex-echtgenote. Deze beslissing en de bijbehorende bijlagen vermeldden het volgende:"...Rentenbescheid (...) Berechnung der Rente

Die Berechnung der Rente unter Ber cksichtigung des durchgef hrten Versorgungsausgleichs ergibt sich aus der Anlage 1. (...) (Anlage 1) (...) Auf der Grundlage der im Versicherungsverlauf (...) ausgef hrten Zeiten sowie des durchgef hrten Versorgungsausgleichs – Anlage 5 – (zwischenstaatliche Berechnung) – errechnen sich die pers nlichen Entgeltpunkte aus den Entgeltpunkten – f r Beitragszeiten (...) sowie dem Zugangsfaktor (...). Die Rente wird aus folgenden Werten ermittelt:(...) F r die Zeit ab 01.08.96 - betragen die pers nlichen Entgeltpunkte f r die zwischenstaatlichen Rente (...) (...) (Anlage 5) Auswirkungen des Versorgungsausgleichs (...) (Anlage 6) (...) F r die Zeit ab 01.08.96 ver ndert sich die Summe der Entgeltpunkte durch den Versorgungsausgleich..."D. De reactie van verzoekerVerzoeker wees er in reactie op het standpunt van het Gak nadrukkelijk op dat de LVA Westfalen het Gak bij brief met bijlagen van 18 oktober 1996 zijn beslissing van 11 oktober 1996 had toegestuurd, waaruit bleek dat de ex-echtgenote van verzoeker een alimentatie (Versorgungsausgleich) ontving. Verzoeker was van mening dat als het bedrag dat hij aan alimentatie had betaald, niet mocht

worden gekort op de uitkering van zijn ex-echtgenote, hij dit bedrag ten onrechte had betaald.

Beoordeling

I. . Inleiding1. Verzoeker moest krachtens een Duits vonnis een zogenaamde 'Versorgungsausgleich', oftewel alimentatie, betalen aan zijn ex- echtgenote. Dit bedrag werd ingehouden op de invaliditeitsuitkering die verzoeker krachtens Duitse regelgeving ontving. Verzoekers ex-echtgenote genoot behalve een Duitse invaliditeitsuitkering ook een (Nederlandse) arbeidsongeschiktheidsuitkering, die zij ontving van Gak Nederland BV, kantoor Maastricht (hierna: het Gak).2. Omdat verzoeker in het kader van een voor de (Nederlandse) rechtbank gevoerde procedure de stelling van zijn ex-echtgenote betwistte dat de arbeidsongeschiktheidsuitkering die zij van het Gak ontving, onder meer werd gekort met het bedrag aan alimentatie dat werd ingehouden op de invaliditeitsuitkering van verzoeker, verstrekte zijn ex-echtgenote op 1 oktober 1997 een machtiging om verzoeker in staat te stellen bij het Gak na te gaan of dit het geval was. Hierop deelde het Gak verzoeker op 6 oktober 1997 bij monde van een medewerker, en op 7 oktober 1997 schriftelijk mee dat de Duitse invaliditeitsrente in mindering werd gebracht op de arbeidsongeschiktheidsuitkering die zijn ex-echtgenote ontving en dat, zo zijn ex-echtgenote een Versorgungsausgleich ontving, deze niet werd gekort op haar arbeidsongeschiktheidsuitkering.3. Vervolgens bleek verzoeker echter dat het Gak de advocaat van verzoekers ex-echtgenote op 3 oktober 1997 had meegedeeld dat op de arbeidsongeschiktheidsuitkering die zij ontving, de Duitse 'rente' (dat wil zeggen uitkering) in mindering werd gebracht. Navraag door verzoeker bij het LVA Westfalen leerde hem op 6 november 1997 dat naar de mening van het LVA Westfalen het gedeelte van de (Duitse) uitkering van de ex-echtgenote van verzoeker dat bestond uit 'Versorgungsausgleich', niet als inkomen mocht worden beschouwd en dat het Gak zijn beslissing ten aanzien van de korting van de Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering zou moeten herzien.4. Verzoeker vroeg het Gak bij brief van 12 november 1997 om schriftelijke bevestiging van de mededeling van 6 november 1997 dat als zou blijken dat de alimentatie ten onrechte was gekort op de arbeidsongeschiktheidsuitkering van zijn ex-echtgenote, het Gak dit bedrag vanaf 1 augustus 1996 met terugwerkende kracht zou terugbetalen. Het Gak weigerde aan dit verzoek gevolg te geven en stelde

zich hiertoe op het standpunt dat het deze informatie niet aan verzoeker kon verstrekken, aangezien het was gebonden aan de privacyregelgeving, het om vertrouwelijke informatie ging en verzoekers ex-echtgenote de bovengenoemde machtiging inmiddels had ingetrokken.5. Het Gak bleef bij zijn weigering gedurende de discussie die zich vervolgens tussen hem en verzoeker ontspon. Het Gak was alleen bereid, bij brief van 19 december 1997, verzoeker te laten weten dat het een 'Versorgungsausgleich' niet kortte op een arbeidsonge schiktheidsuitkering, en dat als dit ten onrechte wel was gebeurd, deze korting ongedaan zou worden gemaakt en zou worden verrekend.II. . Ten aanzien van de informatie die het Gak begin oktober 1997 heeft verstrekt1. Verzoeker klaagt er in de eerste plaats over dat de inlichtingen die het Gak hem op 6 en 7 oktober 1997 op basis van de door zijn ex-echtgenote afgegeven machtiging heeft verstrekt, in tegenspraak zijn met de mededeling aan de advocaat van zijn ex-echtgenote van 3 oktober 1997. Volgens verzoeker is onduidelijk of, en zo ja sinds wanneer en in verband waarmee, er een korting plaatsvindt op de arbeidsongeschiktheidsuitkering die zij ontvangt.2. Het Gak stelde in reactie op deze klacht dat op het moment dat het de gewraakte mededelingen aan verzoeker deed, nog niet duidelijk was dat de Duitse uitkering die de ex-echtgenote ontving, voor een deel bestond uit een zogenaamde 'Versorgungsausgleich'. Dit had het LVA Westfalen het Gak pas bij brief van 22 oktober 1997 meegedeeld. Zowel de brief van 3 oktober 1997 aan de advocaat van verzoekers ex-echtgenote als die van 7 oktober 1997 aan verzoeker zelf waarin stond dat er geen korting plaatsvond van de 'Versorgunsausgleich', waren volgens het Gak daarom correct.3. De mededelingen in bovengenoemde brieven zijn op zichzelf beschouwd niet met elkaar in tegenspraak. In beide brieven staat vermeld dat de Duitse invaliditeitsuitkering in mindering wordt gebracht op de Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering. De brief van 7 oktober 1997 bevat daarnaast de toevoeging dat er geen korting plaatsvindt van een 'Versorgungsausgleich' op de WAO-uitkering van zijn ex-echtgenote. Hierover vermeldt de brief aan de advocaat van verzoekers ex-echtgenote niets. In zoverre kan het Gak in zijn standpunt worden gevolgd.4. Verzoeker heeft zijn klacht echter onderbouwd met de stelling dat onduidelijk is of en zo ja, in verband waarmee en sinds wanneer er een korting plaatsvindt op de arbeidsongeschiktheidsuitkering

van zijn ex-echtgenote. Hierover heeft het Gak verzoeker wel degelijk onjuist ge nformeerd. Hiertoe is het volgende van belang. Zoals het Gak in zijn reactie op verzoekers klacht zelf ook aangeeft, vond er ten tijde van de mededelingen van het Gak aan verzoeker en aan de advocaat van zijn ex-echtgenote inderdaad een korting plaats van de arbeidsongeschiktheidsuitkering van zijn ex-echtgenote met het bedrag van de alimentatie die verzoeker haar was verschuldigd. Dit ten onrechte ingehouden gedeelte van de uitkering van de ex-echtgenote is haar volgens het Gak nadien terugbetaald. De mededeling van het Gak dat de arbeidsongeschiktheidsuitkering van de ex-echtgenote van verzoeker werd gekort en dat een eventuele alimentatie niet op deze uitkering werd gekort, klopte dan ook niet.5. Volgens het Gak was begin oktober 1997 nog niet duidelijk dat de (Duitse) uitkering van de ex-echtgenote van verzoeker voor een gedeelte uit 'Versorgungsausgleich' bestond; dit was het Gak pas bij brief van 22 oktober 1997 meegedeeld. Deze verklaring van het Gak voor zijn foutieve informatieverstrekking aan verzoeker voldoet echter niet. Het Gak ontving immers op 18 oktober 1996 de beslissing met bijlagen van het LVA Westfalen van 11 oktober 1996 over de arbeidsongeschiktheidsuitkering van de ex-echtgenote van verzoeker. Hierin staat met zoveel woorden vermeld dat de ex-echtgenote vanaf een in de beslissing vermelde datum een alimentatie geniet, die van invloed is op de berekening van de uitkering die zij ontvangt. In deze beslissing wordt verder gesteld dat "Die Berechnung der Rente unter Ber cksichtigung des durchgef hrten Versorgungsausgleichs ergibt sich aus der Anlage 1", waarna in deze bijlage en de overige bijlagen uiteen wordt gezet welke gevolgen de alimentatie heeft voor de hoogte van het bedrag dat de ex-echtgenote van verzoeker ontvangt (zie verslag van bevindingen, onder 3.3.). Bij zorgvuldige lezing van de beslissing van het LVA Westfalen had het Gak dit moeten onderkennen.6. Alimentatie is niet te beschouwen als inkomen uit arbeid en is niet onderhevig aan kortingsregelingen ter voorkoming van samenloop van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Het Gak had daarom de consequentie van de inhoud van de beslissing van het LVA Westfalen behoren in te zien en het gedeelte van haar uitkering dat werd gevormd door de alimentatie niet moeten betrekken in de verrekening met de Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering.7. Het bovenstaande komt er op neer dat het Gak verzoeker informatie heeft verstrekt die, hoewel op zichzelf niet in tegenspraak met aan de advocaat van verzoekers ex-echtgenote gedane mededelingen, niettemin onjuist was. De verklaring die het Gak hier voor heeft

aangevoerd, namelijk onbekendheid met de werkelijke stand van zaken, is te wijten aan onzorgvuldigheid van de kant aan het Gak. De onderzochte gedraging is in zoverre niet behoorlijk.III. . Ten aanzien van de weigering van het Gak om in te gaan op nadere vragen van verzoeker1. Verzoeker klaagt er tevens over dat het Gak weigert om in te gaan op de vragen die hij het Gak heeft gesteld naar aanleiding van de inlichtingen die het Gak hem heeft verstrekt over de uitkering van zijn ex-echtgenote.2. In reactie op de klacht van verzoeker stelde het Gak dat de inlichtingen die verzoeker vroeg, betrekking hadden op de uitkeringssituatie van zijn ex-echtgenote. Het Gak kon deze niet verstrekken. Immers, verzoekers ex-echtgenote had per brief van 5 november 1997 haar machtiging ingetrokken om verzoeker inlichtingen over haar uitkering te verstrekken. De privacy-regelgeving stond niet toe verder nog gegevens betreffende haar uitkering aan verzoeker te verstrekken, aldus het Gak.3. In artikel 98 Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Osv 1997; zie

Achtergrond

, onder 3.) is een geheimhoudingsplicht terzake van vertrouwelijke gegevens opgenomen voor onder meer degenen die zijn betrokken bij de uitvoering van wetten door de uitvoeringsinstellingen op het terrein van de sociale zekerheid. Dit is alleen anders voor zover enig wettelijk voorschrift tot mededeling verplicht, uit de opgedragen taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit, dan wel bij of krachtens de Osv 1997 gestelde regels mededeling toestaan. Het Gak-Privacyreglement personenregistratie sociale verzekeringen (zie

Achtergrond

, onder 4.) is een voorbeeld van dergelijke regels. In artikel 17, eerste lid, van dit Reglement staat een limitatieve opsomming van de gevallen waarin het is toegestaan vertrouwelijke gegevens aan derden bekend te maken. Ingevolge onderdeel d van dit artikellid is in overige situaties dan die genoemd in onderdeel a tot en met c gegevensverstrekking alleen toegestaan als er sprake is van een schriftelijke machtiging van degene op wie de gegevens betrekking hebben. Uit deze regelgeving komt naar voren dat in beginsel geheimhouding van vertrouwelijke gegevens is geboden en dat slechts in bepaalde gevallen de mogelijkheid bestaat een uitzondering te maken op deze verplichting tot geheimhouding.4. Toen verzoekers ex-echtgenote bij brief van 5 november 1997 haar machtiging had ingetrokken, was het Gak gelet op de zojuist be-

schreven regels inzake privacybescherming van geregistreerden, waarin de geheimhoudingsplicht van vertrouwelijke gegevens voorop staat, niet bevoegd om verzoeker na 6 november 1997 nogmaals te informeren over haar uitkering en mogelijke verrekeningen ten aanzien hiervan. Het feit dat het Gak verzoeker onjuiste inlichtingen heeft verstrekt, doet hier niet aan af. Het Gak diende ingevolge de onderhavige regelgeving het belang van verzoekers ex-echtgenote – zijn cli nte - bij bescherming van haar gegevens te laten prevaleren boven het belang van verzoeker bij een correcte informatieverstrekking. In zoverre is de onderzochte gedraging behoorlijk.

Conclusie

De klacht over de onderzochte gedraging van Gak Nederland BV, kantoor Maastricht, die wordt aangemerkt als een gedraging van het Landelijk instituut sociale verzekeringen te Amsterdam, is gegrond, behalve wat betreft de weigering om verzoeker nadere inlichtingen te verstrekken over de uitkering van zijn ex-echtgenote; op dit laatste punt is de klacht niet gegrond. BIJLAGE

Achtergrond

1. Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering(Wet van 18 februari 1966, Stb. 84) artikel 65, tweede lid "Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter voorkoming of beperking van samenloop van arbeidsongeschiktheidsuitkering met uitkering op grond van de sociale wetgeving van (...) een andere mogendheid."2. Besluit voorkoming of beperking van samenloop WAO-uitkering met uitkering ingevolge de sociale wetgeving van een andere Mogendheid(Algemene maatregel van bestuur van 22 december 1972, Stb. 772) artikel 1:"1. Bij samenloop over eenzelfde tijdvak van een arbeidsongeschiktheidsuitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering met n of meer van de navolgende ingevolge de sociale wetgeving van n of meer andere Mogendheden toegekende uitkeringen:a. uitkering wegens arbeidsongeschiktheid; b. wezenuitkering; c. ouderdomsuitkering, dan wel enige andere uitkering, welke in verband met het bereikt hebben van een bepaalde leeftijd is toegekend, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering slechts uitbetaald, indien en voor zover deze het totale bedrag van van de onder a t/m c bedoelde uitkeringen overtreft.2. Bij de toepassing van het bepaalde in het vorige lid wordt met een in dat lid onder a bedoelde uitkering slechts rekening gehouden, indien en voor zover deze is verleend ter zake van dezelfde arbeidsongeschiktheid als de arbeidsongeschiktheidsuitkering."3. Organisatiewet sociale verzekeringen 1997(Wet van 26 februari 1997, Stb. 95) artikel 98:"1. Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van wetten door het College van toezicht sociale verzekeringen, de Sociale Verzekeringsbank, het Landelijk instituut sociale verzekeringen of een uitvoeringsinstelling, en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van

ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht, uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit dan wel bij of krachtens deze wet gestelde regels hem mededeling toestaan.2. Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door het College van toezicht sociale verzekeringen, de Sociale Verzekeringsbank, het Landelijk instituut sociale verzekeringen of een uitvoeringsinstelling worden betrokken bij de uitvoering van hun taken, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen." artikel 99:"Het College van toezicht sociale verzekeringen, de Sociale Verzekeringsbank, het Landelijk instituut sociale verzekeringen en de uitvoeringsinstellingen gebruiken de gegevens en inlichtingen waarover zij bij de uitoefening van hun taken beschikken, uitsluitend voor het doel waarvoor die gegevens en inlichtingen zijn verkregen, tenzij bij of krachtens de wet gebruik voor een ander doel is voorgeschreven of toegestaan."4.1. Gak-Privacyreglement personenregistratie sociale verzekeringen(uitgave oktober 1996) artikel 17, eerste lid:"Het is slechts toegestaan gegevens over een geregistreerde waarvan het vertrouwelijk karakter bekend is of redelijkerwijs vermoed moet worden, aan derden te verstrekken:a. indien uit de taak (de opgedragen uitvoering van de OSV, de CSV, de WW, ZW, WAO, AAW, WAGW, WAMIL en de TW) de noodzaak tot mededeling voortvloeit, b. indien enig wettelijk voorschrift tot mededeling verplicht, c. indien een bepaling in of op grond van de Osv een bevoegdheid tot mededeling geeft, d. en in overige situaties alleen indien degene op wie de gegevens betrekking hebben schriftelijk heeft verklaard toestemming te verlenen voor de verstrekking van deze gegevens. In deze gevallen worden slechts zoveel gegevens verschaft als voor het beoogde doel noodzakelijk is."

4.2. Toelichting op het Gak-Privacyreglement personenregistratie sociale verzekeringen Toelichting op artikel 17, eerste lid:"...In de Organisatiewet sociale verzekeringen staat de geheimhouding voorop. Daarop wordt echter een aantal uitzonderingen gemaakt. Lid 1 sub a van dit artikel heeft betrekking op de noodzakelijke communicatie met derden binnen de grenzen van de behandeling van het geval. Voor deze behandeling zullen inlichtingen nodig zijn van bijvoorbeeld de werkgever. Om de juiste inlichtingen te kunnen krijgen zullen eerst bepaalde gegevens moeten worden verstrekt. Ook zullen bijvoorbeeld zekere gegevens moeten worden verstrekt als er met andere instanties gesprekken worden gevoerd ten behoeve van de re ntegratie van een gehandicapte. Lid 1 sub b betreft onder andere de situatie waarin een derde een wettelijk recht op bepaalde inlichtingen heeft. Deze zullen dan binnen de grenzen van dat recht gegeven moeten worden. Deze rechten van derden zijn in een groot aantal wettelijke bepalingen te vinden. Daarnaast ziet lid 1 sub b op krachtens wettelijke bepalingen geldende verplichtingen tot gegevensverstrekking die niet rechtstreeks gekoppeld zijn aan c.q. voortvloeien uit een recht op inlichtingen van een derde. Een voorbeeld van een dergelijke verplichting is die om de ambtenaren van de Dienst voor Inspectie en Informatie en de verzekerde mededeling te doen van het vermoeden dat het aan de verzekerde uitbetaalde loon en de vakantiebijslag minder bedragen dan waarop de verzekerde krachtens de Wet Minimumloon en minimumvakantiebijslag aanspraak heeft. Een overzicht van de wettelijke voorschriften die tot verstrekking verplichten is opgenomen in de Gak-Instructie gegevensverstrekking aan derden. In de Instructie staan overigens ook de reeds in het reglement genoemde bevoegdheden tot gegevensverstrekking genoemd. Lid 1 sub c betreft met name de gevallen die beschreven zijn in de artikelen 101 t/m 103 Osv (thans de artikelen 89 en 99 Osv 1997; N.o.) (...). Lid 1 sub d betreft de situatie waarin de geregistreerde heeft aangegeven geen bezwaar tegen verstrekking te hebben. Daarbij kan sprake zijn van een algemene machtiging, maar ook van toestemming gericht op specifieke (in beginsel eenmalige) verstrekkingen. Een en ander afhankelijk van onder meer de aard van de gegevens welke worden verstrekt..."

Instantie: Gak Maastricht

Klacht:

Tegenstrijdige informatie verstrekt over uitkering (i.v.m. alimentatieplicht); weigert in te gaan op vragen .

Oordeel:

Niet gegrond