Uit verschillende klachten die begin 2008 bij de Nationale ombudsman zijn ingediend bleek dat de uitbetaling van de kinderopvangtoeslag was gewijzigd ten aanzien van de daaraan voorafgaande jaren.
Verzoekers klaagden erover dat de Belastingdienst/Toeslagen, na een verzoek tot stopzetting van de kinderopvangtoeslag, het te betalen bedrag aan toeslag verspreid over de rest van het kalenderjaar uitbetaalde, in plaats van het volledige bedrag tot aan het moment van stopzetting uit te betalen. Vanwege de vaak grote bedragen die met de kinderopvangtoeslag gemoeid gaan was de kans groot dat verzoekers door de handelswijze van de Belastingdienst in de financiële problemen zouden komen.
De Nationale overwoog dat het doel van de kinderopvangtoeslag het financieel ondersteunen is van de toeslaggerechtigden in de kosten van de kinderopvang op het moment dat deze kosten worden gemaakt. Bij het invoeren van de nieuwe werkwijze was door de Belastingdienst niet stilgestaan bij de mogelijke financiële consequenties voor de toeslaggerechtigden.
De Nationale ombudsman oordeelde dat de klacht gegrond was wegens schending van het evenredigheidsvereiste.
Uit de klachten van verzoekers bleek dat de nieuwe werkwijze van de Belastingdienst niet bekend was gemaakt bij de toeslaggerechtigden. Derhalve overwoog de Nationale ombudsman dat het wenselijk is dat de Belastingdienst over dergelijke belangrijke wijzigingen in het beleid op een heldere manier communiceert.