OM neemt klacht over sepotcode onterecht niet in behandeling

Brief

Een man was in 2019 aanwezig bij een demonstratie van klimaatactivisten op Schiphol. Hij was daar in zijn functie van radiojournalist. Door een medewerker van de Koninklijke Marechaussee (KMar) werd op enig moment gezegd dat er een persvak gecreëerd zou worden. Terwijl de man op het maken van het persvak stond te wachten, werd hij omvergelopen door een medewerker van de KMar. De man werd gezegd dat hij Schiphol moest verlaten, werd naar buiten gesleept en is aangehouden. 
De officier van justitie heeft de zaak voorwaardelijk geseponeerd met code 52 (door feit of gevolgen getroffen). De man verzocht het OM om nadere uitleg over de seponering. Ook vroeg hij het OM om hem te vervolgen, omdat hij verwachtte dat dit zou leiden tot vrijspraak. Het OM gaf in reactie hierop aan dat de man deel uitmaakte van een groep demonstranten en is aangehouden wegens het handelen in strijd met de voorwaarden die aan de demonstratie waren gesteld. Het OM besloot de man niet (verder) te vervolgen, omdat hij voor deze overtreding was gearresteerd door de KMar en enkele uren ingesloten was in een cel, waardoor hij het vervolg van de demonstratie heeft gemist. Het OM vond dit voldoende bestraffing. Hierna heeft de man meerdere keren, zowel telefonisch als schriftelijk, bij het OM een verzoek gedaan tot wijziging van de sepotcode. Het OM heeft deze verzoeken gemotiveerd afgewezen.

De man heeft vervolgens verzocht om vervolging van hemzelf op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het Gerechtshof Amsterdam heeft bepaald dat de officier van justitie de man moest vervolgen. Vervolgens is de man vrijgesproken door de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland. 

De man diende een klacht in bij het OM. De klacht zag op het ontbreken van de wil bij de officier van justitie om aan waarheidsvinding te doen, waardoor de man ten onrechte een strafblad kreeg. De man klaagde dat hij hierdoor meerdere juridische procedures heeft moeten starten en hierdoor ernstig en onnodig is gedupeerd.  

Het OM heeft de klacht niet in behandeling genomen op grond van artikel 9:8 van de Algemene wet bestuursrecht. Het OM wees er daarbij op dat de man beklag heeft ingediend tegen de sepotbeslissing en uiteindelijk is vrijgesproken door de rechtbank Noord-Holland. 
Omdat de man het niet eens was met de reactie van het OM, diende hij een klacht in bij de Nationale ombudsman. 

Wat vindt de Nationale ombudsman?

Zoals de ombudsman eerder in zijn brief van 30 november 20221 heeft aangegeven, vindt hij het belangrijk dat het OM klachten over sepotcodes serieus neemt mede vanwege de impact die de code op een burger kan hebben en de beperkte mogelijkheid om zich tegen de sepotgrond te verweren. De ombudsman heeft in die brief ook gewezen op het belang van horen en persoonlijk contact in dit soort zaken. Persoonlijk contact kan eraan bijdragen dat de burger zich gehoord en serieus genomen voelt. En het kan er ook voor zorgen dat duidelijk wordt waar het iemand daadwerkelijk om te doen is. Verder verlangt de ombudsman van het OM dat het alle beschikbare informatie beziet (zowel de informatie uit het politieonderzoek als de informatie die de burger aandraagt) en een nieuwe zelfstandige beoordeling van de zaak maakt. 

De ombudsman vindt dat het OM onvoldoende naar de man heeft geluisterd. De man heeft meerdere keren contact gezocht met het OM om zijn klacht nader toe te lichten, maar dit heeft niet geleid tot een inhoudelijk gesprek tussen de man en het OM. Vervolgens heeft het OM de klacht onterecht opgevat als een klacht over (de wijziging van) de sepotcode. Die klacht heeft het OM niet in behandeling genomen. Het OM heeft dus niet inhoudelijk gereageerd op de klacht van de man dat hij onnodig heeft moeten procederen en het OM niet naar hem heeft geluisterd. De ombudsman heeft bij het OM aandacht gevraagd voor deze gang van zaken en het niet in behandeling nemen van de klacht van de man.