CJIB heeft terecht besloten om auto derde buiten gebruik te stellen

Brief

Een vrouw heeft een kennis op bezoek. Op een gegeven moment kondigt hij aan dat hij zijn kind gaat ophalen. Even later krijgt de vrouw telefoon van de kennis. Hij is door de politie aangehouden vanwege onbetaalde boetes terwijl hij in de auto van de vrouw reed. De auto is daarbij buiten gebruik gesteld. Dat betekent dat de auto wordt meegenomen door de politie totdat de onbetaalde boetes zijn betaald. De politie doet dit in opdracht van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). 

Omdat de vrouw haar auto nodig heeft, betaalt ze snel de boetes zodat ze de auto weer kan gebruiken. Later dient de vrouw een klacht in bij het CJIB. Ze stelt dat ze de kennis geen toestemming heeft gegeven om de auto mee te nemen. Ook had ze geen weet van de onbetaalde boetes. Ze vindt het daarom niet eerlijk dat háár auto buiten gebruik is gesteld. 

Het CJIB verklaart de klacht ongegrond. Het CJIB had volgens de wet het recht om de auto buiten gebruik te stellen. Daarbij heeft de vrouw geen aangifte gedaan van diefstal of joyriding. Teleurgesteld dient de vrouw een klacht in bij de Nationale ombudsman. 

De Nationale ombudsman schrijft in zijn rapport 'Buitengebruikstelling van een voertuig van een derde' dat een buitengebruikstelling alleen behoorlijk is wanneer de bestuurder vrij mocht beschikken over de auto van de derde. Ook is van belang of de derde wist, of kon weten van onbetaalde  boetes van de bestuurder. 

In dit geval vindt de ombudsman dat het CJIB heeft kunnen beslissen dat de auto terecht buiten gebruik is gesteld. Het is moeilijk om te bewijzen of iemand wel of niet toestemming heeft gegeven aan een derde om de auto mee te nemen. De ombudsman begrijpt daarom dat het CJIB zich heeft beperkt tot objectief bepaalde omstandigheden. Deze omstandigheden zijn in dit geval het geen aangifte doen bij de politie en het feit dat de kennis kort voor het gebeuren inschreven stond op het adres van de vrouw en daar ook post van het CJIB had ontvangen. De vrouw had daarom kunnen weten van de onbetaalde boetes van de kennis.