Een man en zijn advocaat dienden een verzoek om kwijtschelding in bij de Belastingdienst. De Belastingdienst wees dit verzoek af. Volgens de Belastingdienst was er namelijk voldoende banksaldo waaruit de belastingschuld direct betaald had kunnen dan wel moeten worden. De man koos er echter voor om eerst andere uitgaven te doen. Hierdoor bleef er minder geld over om de belastingschuld van te betalen.
De man en zijn advocaat kunnen zich niet vinden in dit besluit. Volgens hen had de Belastingdienst meer oog moeten hebben voor de persoonlijke omstandigheden van de man. De advocaat dient daarom namens de man een klacht in bij de Nationale ombudsman.
De Nationale ombudsman onderzoekt de klacht. Hij vindt dat de Belastingdienst voldoende heeft uitgelegd waarom geen kwijtschelding wordt verleend. Ook ziet hij geen bijzondere omstandigheden die maken dat de Belastingdienst van de regels en het beleid had moeten afwijken. De ombudsman vindt de klacht dan ook ongegrond.
