In de zomer van 2021 besloot de regering het coronavaccin voor kinderen vanaf 12 jaar beschikbaar te stellen. Het CBG heeft toen een online junior coronacollege voor kinderen en hun ouders georganiseerd. Een organisatie vindt dat het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) alleen geen goede informatie heeft gegeven over het coronavaccin.
De organisatie vindt dat het CBG tijdens dit college onvolledige en onjuiste informatie heeft gegeven. Informatie die in strijd is met de stand van de wetenschap van toen en nu. Zo geeft het CBG volgens de organisatie een onjuist beeld van de beschermingsduur en de mate van bescherming van het coronavaccin. De organisatie vindt ook dat het CBG risico's bagatelliseert en andere risico's niet noemt. De organisatie vindt dat het CBG hiermee het recht op "informed consent" ondermijnt. De organisatie heeft hierover een klacht ingediend bij het CBG. Zij is niet tevreden met de reactie van het CBG. De organisatie vindt dat het CBG haar reactie onvoldoende onderbouwt.
De Nationale ombudsman en de Kinderombudsman hebben deze klacht samen onderzocht. Zij hebben bekeken hoe de uitzending tot stand is gekomen en hebben hierover met het CBG gesproken. Het is namelijk belangrijk dat de overheid het geven van informatie goed voorbereid. En dat dit in lijn is met de kinderrechten uit het Kinderrechtenverdrag.
Zij zijn van oordeel dat het CBG het junior coronacollege zorgvuldig heeft georganiseerd. Daarbij zien zij geen aanwijzingen dat er sprake is geweest van schending van kinderrechten. Het CBG heeft de klacht ook serieus genomen. Het CBG motiveert en onderbouwt haar reactie namelijk uitgebreid met wetenschappelijke publicaties. In zoverre is de klacht ongegrond.
De Nationale ombudsman en de Kinderombudsman hebben niet beoordeeld of de informatie over coronavaccins volledig en juist was volgens de stand van de wetenschap van toen en nu. Dit vinden zij niet passen bij hun rol.