Een man vraagt om een betalingsregeling voor de openstaande belastingaanslag van € 30.390 voor het jaar 2021. De totale belastingschuld omvat ook belastingschulden die vallen onder het verleend corona-uitstel (bijzonder uitstel).
Volgens het beleid van de Belastingdienst moeten bij verleend corona-uitstel de lopende verplichtingen te worden nagekomen. Daarnaast is aanvullend uitstel in de regel niet mogelijk voor een later ontstane betalingsachterstand en kan het verleende corona uitstel worden ingetrokken. De Nationale ombudsman volgt dit beleid, maar toetst of oog is geweest voor bijzondere omstandigheden.
In de beslissing wordt door de Belastingdienst uitgelegd dat dit geval, het na de corona periode niet ontvangen van inkomsten uit zzp werkzaamheden, valt onder het normale "ondernemersrisico". Dit maakt dat dit geen bijzondere omstandigheid is en niet van het reguliere beleid wordt afgeweken.
De Nationale ombudsman begrijpt dat het vervelend is om tijdens de corona periode geen inkomsten te hebben. Maar voor die periode is voorzien in de corona regeling (bijzonder uitstel). Dat nu later de man geen inkomsten heeft, valt onder het normale ondernemersrisico. Daarom kan de Nationale ombudsman de beslissing volgen en is de conclusie dat de Belastingdienst in redelijkheid tot afwijzing van de betalingsregeling mocht komen. Dit maakt de klacht ongegrond.